De oostkust van Australië leent zich perfect voor een camperreis. De route voert je van tropisch Cairns naar Sydney, langs regenwoud, stranden en kleine kustplaatsen waar het buitenleven centraal staat. Onderweg zie je het landschap langzaam veranderen: van palmen en koraalzee in het noorden naar heuvels, surfdorpen en bruisende steden in het zuiden.

 

Bij Travelhome zorgen we dat alles goed geregeld is: de vluchten, het hotel in Cairns en Sydney en natuurlijk de camper waarmee je op pad gaat. Daarna begint het avontuur in je eigen tempo. Je kiest zelf waar je stopt en hoe lang je blijft, of dat nu is bij een strand, een nationaal park of een levendig kustplaatsje.

 

De voorgestelde route helpt je op weg en brengt je langs plekken die veel reizigers tot hun favorieten rekenen: het Great Barrier Reef, de Daintree, de Whitsundays en Fraser Island. Maar wat deze reis bijzonder maakt, zit vaak in de kleine momenten onderweg: ontbijten met uitzicht op zee, een duik in een rivier of een kampvuur bij zonsondergang.

Na een lange vlucht kom je op dag twee tegen de avond aan in Cairns. De vochtige warmte hangt als een deken om je heen, welkom in de tropen. De stad voelt ontspannen, tropisch en overzichtelijk; precies goed voor een rustige start van je reis.

 

De volgende ochtend, als de zon opkomt en het licht over de kust trekt, zie je pas goed waar je bent beland: een stad die leeft van het buitenleven. Langs de Esplanade komen de eerste joggers voorbij, locals halen koffie en kinderen spelen bij de lagoon, het openluchtzwembad aan zee waar iedereen samenkomt omdat zwemmen in de oceaan hier niet kan. Wandel langs de boulevard, pak ergens een ontbijtje met uitzicht op het water en kijk hoe de stad langzaam op gang komt.

 

’s Avonds mag je de Night Markets niet overslaan. Zodra de zon ondergaat, vult de lucht zich met geuren van Aziatisch eten. Loop langs de kraampjes, proef wat streetfood en laat je voeten masseren bij een van de vele massagestoelen, zo begint je vakantie écht.

 

Na een ontspannen start in Cairns keer je terug naar je hotel. Morgen haal je de camper op en begint het avontuur.

Na het ontbijt in Cairns haal je de camper op en verlaat je de stad richting Port Douglas. De weg ernaartoe, de Captain Cook Highway, behoort tot de mooiste kustroutes van Queensland. Links liggen groene heuvels en regenwoud, rechts kijk je uit over de zee. De afstand is klein, maar het loont om onderweg rustig aan te doen.

 

Stop bijvoorbeeld bij Ellis Beach, een klein strand met palmbomen waar vaak surfers en locals zitten. Er is een eenvoudige kiosk waar je iets kunt drinken met uitzicht op het water. Even verderop ligt Rex Lookout, een uitkijkpunt waar je bij helder weer ver over de kustlijn kijkt.

 

In Port Douglas kun je een wandeling maken over Four Mile Beach, door het centrum slenteren of lunchen bij een café aan Macrossan Street. Wie de dag ontspannen wil afsluiten, kan in de namiddag een korte sunset cruise boeken vanaf de marina.

 

Voor de overnachting is Tropic Breeze Caravan Park een goede keuze. Het ligt op loopafstand van zowel het strand als het centrum en is geschikt voor campers. De plekken zijn schaduwrijk, de faciliteiten netjes en de ligging ideaal voor een eerste nacht onderweg.

Na het ontbijt in Port Douglas rijd je verder richting het noorden, een kort stuk tot Mossman Gorge. Hier begint het Daintree-regenwoud, het oudste tropische regenwoud ter wereld. Het bezoekerscentrum is goed ingericht en de shuttlebus brengt je van de parkeerplaats naar het wandelgebied. Wie iets bijzonders wil doen, kan deelnemen aan de Ngadiku Dreamtime Walk. Een lokale Aboriginal-gids vertelt over de Kuku Yalanji-cultuur en neemt je mee langs plekken die voor de gemeenschap van betekenis zijn. De wandeling duurt ongeveer anderhalf uur en geeft een mooi inkijkje in de geschiedenis van het gebied.

 

Na je bezoek aan Mossman Gorge vervolg je de route naar Cape Tribulation. De weg voert langs suikerrietvelden en kleine dorpjes voordat je bij de Daintree Ferry aankomt. De overtocht duurt maar een paar minuten, maar het voelt alsof je een andere wereld binnenrijdt. Aan de overkant slingert de weg door dicht regenwoud, afgewisseld met korte doorkijkjes naar de zee.

 

Eenmaal aangekomen in Cape Tribulation ligt alles binnen handbereik: wandelpaden door het regenwoud, uitzichtpunten over de kust en een paar kleine cafés verscholen tussen de bomen. Neem de tijd om hier twee nachten te blijven. Er is genoeg te zien, maar het is ook gewoon een fijne plek om even niet te hoeven rijden.

 

Cape Trib Camping ligt direct aan het strand en is een van de weinige campings in het gebied met plekken geschikt voor campers. Je hoort de zee vanuit je kampeerstoel en loopt in een paar minuten het regenwoud in. De camping heeft douches, een gemeenschappelijke keuken en een kleine winkel. Overdag kun je wandelen naar het strand bij Myall Beach of een korte wandeling maken naar Kulki Lookout voor uitzicht op de kustlijn.

 

De dagen in Daintree zijn rustig en vol natuur, met het gevoel dat je echt even weg bent van alles.

Vanaf Cape Tribulation rijd je terug naar het zuiden. De regenwoudweg is smal en kronkelig, maar mooi; hier en daar zie je de zee tussen de bomen door. Na de overtocht met de Daintree Ferry verandert het landschap snel. De weg wordt breder, de lucht droger en de suikerrietvelden nemen het over van het dichte groen.

 

Tussen de fruitboomgaarden bij Diwan ligt de Daintree Ice Cream Company. Het is een leuke stop onderweg, een kleine boerderij waar het ijs per seizoen verandert, afhankelijk van wat er groeit. De smaken zijn niet standaard, denk aan jackfruit, black sapote of kokos, en het fruit komt rechtstreeks van de bomen rondom het terrein.

 

Je volgt de Captain Cook Highway verder naar het zuiden. Wie wat extra tijd heeft, kan bij Smithfield de afslag nemen naar Kuranda. De rit omhoog door het regenwoud is prachtig, met uitzicht over de kust. Kuranda zelf is toeristisch, maar leuk om even rond te lopen. Je vindt er lokale markten, kleine galerieën en attracties zoals de Kuranda Scenic Railway en de Skyrail Rainforest Cableway, die beide dwars door het regenwoud lopen. Een rit met een van deze twee is de moeite waard als je het regenwoud op een andere manier wilt beleven.

 

Bij Gordonvale verlaat je de kust en rijd je het regenwoud weer in. De weg slingert langs de Mulgrave River tot aan de Goldsborough Valley Campground in het Wooroonooran National Park. Het is een eenvoudige, rustige camping met ruime plekken voor campers, toiletten, picknicktafels en vuurplaatsen. De rivier ligt op loopafstand en is helder genoeg om in te zwemmen.

Vroeg in de ochtend hangt er nog wat nevel in de vallei wanneer je de weg naar het binnenland volgt. Vanaf Gordonvale klimt de Gillies Range Road in talloze bochten omhoog de bergen in. De route is steil, maar goed te rijden met een camper. Onderweg zijn er uitzichtpunten waar je kunt stoppen om even te pauzeren en over de kustlijn terug te kijken.

 

Boven op het plateau verandert de omgeving. De lucht is koeler en het landschap wordt groener, met weilanden, eucalyptusbossen en meren die uit oude vulkaankraters zijn ontstaan. Een eerste mooie stop is Lake Eacham, onderdeel van het Crater Lakes National Park. Rond het meer loopt een wandelpad van ongeveer drie kilometer door dicht bos, met onderweg kans om schildpadden en watervogels te zien. Op warme dagen kun je hier veilig zwemmen in het kratermeer.

 

Niet ver van Lake Eacham ligt Yungaburra, een klein plaatsje met oude gebouwen, een paar cafés en een supermarkt waar je boodschappen kunt doen. Aan de rand van het dorp ligt de Curtain Fig Tree, een enorme wurgvijg waarvan de wortels als een gordijn naar beneden hangen. Er loopt een kort, goed begaanbaar wandelpad rond de boom, en het is een indrukwekkende plek om even te stoppen. Loop daarna nog naar de brug bij het dorp; met wat geluk zie je daar een vogelbekdier in de rivier.

 

Als je de route vervolgt richting Millaa Millaa, wordt het landschap opener, met graslanden en uitzicht over de Tablelands. Langs de Waterfall Circuit vind je drie watervallen dicht bij elkaar: Millaa Millaa, Zillie en Ellinjaa Falls. Alle drie zijn goed bereikbaar en hebben parkeerruimte voor campers.

 

Voor de overnachting is Malanda Falls Caravan Park een goede keuze. De camping ligt aan de rand van het regenwoud, met ruime plekken voor campers en wandelpaden direct vanaf het terrein. De waterval naast de camping ligt op loopafstand en je hoort het water zacht ruisen als je buiten zit.

De rit naar Townsville voert door open landschap dat langzaam overgaat in de kustvlakte. Naarmate je dichter bij de stad komt, zie je Castle Hill al liggen, de roze granietheuvel die overal bovenuit steekt.

 

Townsville is een grotere plaats aan het water met een brede kustboulevard, The Strand, waar je cafés, wandelpaden en een afgebakend zwemgebied vindt. Vanaf de top van Castle Hill kijk je uit over de stad, de zee en het silhouet van Magnetic Island aan de horizon.

 

De volgende ochtend neem je de ferry naar Magnetic Island. De overtocht duurt maar twintig minuten en campers blijven aan wal; je reist als voetpassagier. Op het eiland kun je een kleine wagen of Mini Moke huren om op eigen tempo rond te rijden.

 

Magnetic Island is ruiger en droger dan het vasteland, met eucalyptusbomen, rotspartijen en baaien die verscholen liggen tussen de heuvels. Het eiland heeft meer dan twintig stranden en wandelpaden door het Magnetic Island National Park, waar koala’s vaak hoog in de bomen rusten. De route naar Horseshoe Bay voert langs kleine dorpjes en uitkijkpunten met zicht over de turquoise baaien. Aan de zuidkant ligt Alma Bay, een beschutte plek waar je kunt zwemmen of gewoon op het strand kunt zitten met een koffie van het nabijgelegen café.

 

Voor de overnachting in Townsville is BIG4 Rowes Bay Beachfront Holiday Park een prettige keuze. De camping ligt aan zee, dicht bij de ferryterminal, met ruime plekken voor campers, schaduwrijke bomen en goed onderhouden faciliteiten.

Je verlaat Townsville en volgt de Bruce Highway zuidwaarts. Het landschap is vlak met suikerriet en boerderijen, een ontspannen rit die je in één dag prima rijdt met een paar korte stops.

 

In Home Hill kun je bij de Home Hill Bakery iets halen voor onderweg, eenvoudig en lokaal. Daarna is Mount Inkerman Scenic Lookout een logische pauze: via een korte, verharde toegangsweg rijd je omhoog naar het uitkijkpunt met weids zicht over de Burdekin-vlakte. 

 

Rond de middag kom je in Bowen. Rij door naar Horseshoe Bay en maak het korte pad naar de Rotary Lookout voor uitzicht over de rotsbaaien, of lunch aan het strand voordat je weer doorrijdt. Eventueel kun je bij de Big Mango langs de snelweg kort stoppen voor een foto of een sorbet van lokaal fruit. 

 

Het laatste stuk naar Airlie Beach voert door een groener, golvend landschap. In Airlie vind je cafés, kleine winkels en de lagoon aan zee. Voor de overnachting is Tasman Holiday Parks – Airlie Beach een prettige keuze, net buiten het centrum met ruime camperplekken en goede voorzieningen

Je blijft een paar dagen in en rond Airlie Beach, het levendige hart van de Whitsundays. Het dorp is compact en overzichtelijk, met cafés en restaurants aan het water. Overdag hoor je het geroezemoes van reizigers die zich klaarmaken voor boottochten, ’s avonds zit iedereen langs de boulevard of bij de lagoon met eten van de lokale takeaway.

 

Een dag op zee is hier bijna vanzelfsprekend. Vanaf de haven vertrekken dagelijks catamarans en zeilboten naar de Whitsunday Islands. De meeste tochten doen Whitehaven Beach aan, een lang, wit strand dat zich uitstrekt langs helderblauw water. Vaak combineert de trip een snorkelstop bij het rif met een wandeling naar het uitkijkpunt bij Hill Inlet. Je hoeft alleen een dagrugzak mee te nemen; de rest wordt aan boord geregeld.

 

De volgende dag kun je het rustiger aan doen. Wandel ’s ochtends langs het kustpad richting Coral Beach of Shute Harbour, waar de ferry’s af en aan varen. Wie liever nog een dag het water op wil, kan een boottocht maken naar Hamilton Island of Daydream Island. Beide eilanden liggen op korte afstand en zijn goed bereikbaar met de ferry. Hamilton Island heeft wandelpaden, uitzichtpunten en cafés waar je met een golfbuggy of te voet naartoe kunt, terwijl Daydream Island kleiner en rustiger is, met een lagune vol tropische vissen en koraal.

 

Wie de omgeving verder wil verkennen, kan een rit maken naar Cedar Creek Falls, ongeveer een half uur rijden landinwaarts. Na regen vormt zich hier een waterval met een poel waarin je kunt zwemmen, omringd door palmbomen en vogels.

 

Je overnacht opnieuw op Tasman Holiday Parks – Airlie Beach, een rustige plek om terug te komen na een dag op het water of in de natuur.

Je verlaat Airlie Beach en rijdt zuidwaarts over de Bruce Highway. De eerste uren slingert de weg door landbouwgebied met suikerriet en mango’s, afgewisseld met kleine dorpjes. Het is een lange rit, maar goed te doen met wat korte stops onderweg.

 

Een prettige plek voor een pauze is Clairview, een klein dorp direct aan zee. De hoofdweg loopt hier vlak langs het strand, en bij de Clairview Beach Café kun je iets eten met uitzicht op het water. Bij laag tij zie je vaak pelikanen en soms zelfs een schildpad in de baai.

 

Verder naar het zuiden rijd je door open vlaktes richting Rockhampton, de “beef capital” van Australië, waar veeteelt het straatbeeld bepaalt. Vlak voor de stad sla je af richting de kust, naar Yeppoon. Het laatste stuk van de rit voert over groene heuvels, met steeds vaker zicht op de oceaan.

 

Yeppoon ligt aan de Capricorn Coast, een rustigere kustplaats met stranden, cafés en uitzicht op de Keppel Islands. Je kunt hier gemakkelijk een volle dag blijven om de omgeving te verkennen.

 

Een leuke activiteit is een bezoek aan de Capricorn Caves, een netwerk van kalksteengrotten op een half uur rijden van Yeppoon. De rondleidingen duren ongeveer een uur en geven een goed beeld van de ondergrondse formaties. Wie liever op of aan het water blijft, kan vanuit de haven bij Rosslyn Bay de ferry nemen naar Great Keppel Island. Daar vind je rustige stranden, wandelpaden door het binnenland en snorkelmogelijkheden direct vanaf het strand.

 

Voor de overnachting is Island View Caravan Park in Kinka Beach een prettige keuze. De camping ligt tussen Yeppoon en Rosslyn Bay, op loopafstand van het strand en met ruime plekken voor campers.

Je verlaat Yeppoon vroeg in de ochtend en rijdt terug richting de Bruce Highway bij Rockhampton. Na een paar uur rijden verandert het landschap: de heuvels maken plaats voor open vlaktes met suikerriet en eucalyptusbomen. Dit deel van Queensland voelt rustiger en landelijker, met hier en daar een kleine plaats waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan.

 

Halverwege de route kun je pauzeren in Agnes Water of Seventeen Seventy (1770), een omweg van ongeveer twintig minuten vanaf de hoofdweg. Deze kustplaatsen liggen aan een brede baai met goudkleurig zand en kalm water. Bij de Captain Cook Lookout in 1770 heb je uitzicht over de zee en de omliggende eilanden, een fijne plek om even de benen te strekken of iets te eten voordat je verder rijdt.

 

Vanaf hier is het nog een paar uur naar Hervey Bay. De weg loopt afwisselend door bos en landbouwgebied tot je bij de kust aankomt. Hervey Bay is een langgerekte plaats met een boulevard, restaurants en uitzicht over de oceaan. In de wintermaanden (juli tot oktober) komen hier bultrugwalvissen dicht langs de kust, dan varen er dagelijks excursies uit.

 

Voor de overnachting is Discovery Parks – Hervey Bay een goede keuze. De camping ligt in het rustige Scarness, dicht bij het strand en met ruime plekken voor campers, een zwembad en goede voorzieningen. Het is een prettige plek om te blijven, want morgen steek je over naar Fraser Island.

Na een paar dagen aan de kust is het tijd om je camper even te laten staan. Voor de kust van Hervey Bay ligt Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld en een van de bijzonderste plekken van Queensland. Hier vind je regenwoud, meren en stranden die dienstdoen als hoofdweg.

 

Wie avontuurlijk is ingesteld, kan een 4WD huren en het eiland zelf verkennen. Rijden op Fraser is een ervaring op zich: het strand is de snelweg en de getijden bepalen wanneer je op pad kunt. Zorg dus dat je goed bent voorbereid en een getijdentabel bij de hand hebt. Liever iets minder spannend? Dan kun je een begeleide 4WD-tour boeken, waarbij je met een kleine groep de hoogtepunten bezoekt zonder zelf te hoeven rijden.

 

De meeste tochten beginnen met de overtocht per veerboot vanaf River Heads. Eenmaal op het eiland rijd je door dicht regenwoud, langs heldere meren en over lange stranden. De bekendste stop is Lake McKenzie, een meer met wit zand en glashelder water, perfect om te zwemmen. Verder naar het noorden kom je bij Central Station, een plek met korte wandelingen langs kreken en reusachtige varens, en het roestige Maheno-scheepswrak dat half in het zand verzonken ligt.

 

Als je op het eiland overnacht, kun je de volgende dag nog meer zien, zoals Eli Creek, waar het water over het strand richting zee stroomt, of Lake Wabby, dat tussen de duinen verscholen ligt. Vanaf Indian Head heb je een indrukwekkend uitzicht over de kust en met wat geluk zie je dolfijnen of zelfs een walvis in zee.

 

Aan het einde van de dag neem je de ferry terug naar het vasteland en haal je je camper weer op. De meeste reizigers laten hun voertuig bij een meerdaags verblijf op het eiland veilig achter bij een van de stallingen in de omgeving, zoals Fraser Coast RV Park & Storage of Hervey Bay RV & Boat Storage. Beide liggen op korte afstand van de haven en bieden beveiligde plekken voor campers.

 

Overnacht nog een laatste nacht in Hervey Bay, bijvoorbeeld opnieuw bij Discovery Parks – Hervey Bay.

Vertrek vroeg uit Hervey Bay, want het loont om vandaag tijd over te houden in Noosa. De weg voert door landbouwgebied en bos, met onderweg een paar mooie plekken om kort te stoppen.

 

Een kleine omweg brengt je naar Tin Can Bay, een rustig vissersdorp aan een brede baai. In de vroege ochtend zwemmen hier soms wilde dolfijnen bij de aanlegsteiger, maar ook later op de dag is het een prettige stop voor koffie met uitzicht over het water.

 

Even verderop ligt Rainbow Beach, waar de gekleurde zandduinen boven de zee uittorenen. Loop het korte pad naar Carlo Sand Blow voor uitzicht over de kust en de duinen.

 

Vanuit Rainbow Beach rijd je in zo’n twee uur naar Noosa. Plan om halverwege de middag aan te komen, zodat je nog tijd hebt voor een wandeling in Noosa National Park. De kustroute naar Hell’s Gates is goed begaanbaar en geeft uitzicht over baaien waar je met wat geluk dolfijnen of schildpadden ziet. Wie liever de rust opzoekt, kan aan het einde van de dag neerstrijken op Main Beach of langs de Noosa River.

 

Voor de overnachting is Ingenia Holidays Noosa een goede keuze. De camping ligt op korte afstand van het park en het strand, met ruime camperplekken, schaduw van de bomen en goede voorzieningen.

Je verlaat Noosa en rijdt landinwaarts richting de hinterland van de Sunshine Coast. Binnen een uur verandert het landschap van kustvlaktes naar groene heuvels met uitkijkpunten over valleien en bossen.

 

Een mooie eerste stop is Eumundi, waar op woensdag en zaterdag de bekende markten worden gehouden. Tussen de eucalyptusbomen vind je tientallen kramen met handwerk, kleding, lokale producten en streetfood, een leuke plek om koffie te drinken of iets kleins te eten voordat je verder rijdt.

 

Daarna slingert de weg omhoog naar het Blackall Range-plateau, waar dorpen als Maleny en Montville verspreid liggen. In Montville kun je even wandelen langs kleine galerijen en winkels, of bij Kondalilla Falls een korte wandeling maken naar de waterval en het natuurlijke bad.

 

Aan het einde van de middag daal je af richting de Glass House Mountains, een groep oude vulkaantoppen die als losse pieken uit het vlakke land oprijzen. Vanaf het Glass House Mountains Lookout heb je uitzicht over de hele vallei, vooral mooi bij laagstaande zon.

 

Voor de overnachting is Coochin Creek Campground in Beerburrum een rustige en natuurlijke plek tussen de bomen, met ruime staanplaatsen en basisvoorzieningen. Wie liever iets comfortabeler staat, kan terecht bij Ingenia Holidays Landsborough, dichter bij de hoofdweg en met goede faciliteiten.

Vertrek op tijd uit Brisbane, want de route naar Byron Bay is niet lang, maar onderweg valt genoeg te zien. De snelweg voert langs de Gold Coast, waar brede stranden en kustplaatsen elkaar afwisselen.

 

Een leuke tussenstop is Burleigh Heads National Park, aan de zuidkant van de Gold Coast. Vanaf de parkeerplaats wandel je in een half uur naar een uitzichtpunt boven de oceaan, met zicht op Surfers Paradise in de verte. In de omliggende cafés kun je lunchen of koffie drinken met uitzicht over het strand.

 

Na de grens met New South Wales verandert de sfeer merkbaar: de drukte van de Gold Coast maakt plaats voor groene heuvels en kleine dorpen. In de middag arriveer je in Byron Bay, waar het tempo lager ligt en de oceaan weer de hoofdrol speelt.

 

De vuurtorenwandeling is de moeite waard, het pad loopt langs baaien, kliffen en uitkijkpunten tot aan Cape Byron Lighthouse, het meest oostelijke punt van Australië. Rond zonsondergang verzamelen reizigers zich op het gras bij Main Beach, waar muzikanten spelen en surfers nog in het water liggen.

 

Voor de overnachting is Reflections Holiday Park Byron Bay een goede keuze. De camping ligt vlak bij het strand en op loopafstand van het centrum, met ruime plekken en goed onderhouden voorzieningen.

De rit van Byron Bay naar Port Macquarie is een van de langere stukken van de oostkustroute, maar onderweg valt genoeg te zien. Vertrek bijtijds en volg de Pacific Highway zuidwaarts, waar groene heuvels en bananenplantages het landschap bepalen.

 

Een leuke tussenstop is Yamba, een gemoedelijk kustplaatsje met stranden, surfgolven en een kleine vuurtoren. Het is de moeite waard om hier even de benen te strekken of koffie te drinken aan de riviermonding. Verderop kun je bij Coffs Harbour lunchen met uitzicht op zee of kort wandelen naar Muttonbird Island, waar in het broedseizoen zeevogels nestelen.

 

In de middag bereik je Port Macquarie, een stad met een prettige mix van strand, natuur en levendigheid. Een van de bekendste plekken is het Koala Hospital, waar gewonde koala’s worden opgevangen en verzorgd. Bezoekers zijn welkom om een kijkje te nemen en meer te leren over hun werk, een korte stop die de moeite waard is.

 

Wie liever buiten actief is, kan de Coastal Walk volgen. Deze wandelroute loopt van Town Green tot Tacking Point Lighthouse en voert langs stranden, kliffen en uitkijkpunten. Onderweg kom je ook langs kleurrijk beschilderde stenen aan de kust, een lokale traditie die de wandeling extra karakter geeft.

 

Voor wie wat meer tijd heeft, ligt landinwaarts het Willi Willi National Park, een afgelegen gebied met regenwoud en watervallen. De Waterfall Walk bij de Wilson River Picnic Area is een korte maar mooie route door dicht bos naar een waterval, waar je kunt afkoelen in het water.

 

Voor de overnachting is NRMA Port Macquarie Breakwall Holiday Park een goede keuze. De camping ligt direct aan de kust, op loopafstand van het centrum en met ruime camperplaatsen, schaduw en moderne voorzieningen.

Vandaag verlaat je de kust en rijd je landinwaarts richting de Hunter Valley, het oudste wijngebied van Australië. De route voert door heuvelachtig landschap en kleine dorpen, met onderweg genoeg plekken om even te stoppen.

 

Vroeg op pad loont, want het is wederom een langere rit van zo’n vijf uur. Onderweg kun je een pauze nemen in Bulahdelah, een dorp aan de Myall River met een paar cafés en een groene picknickplek aan het water. Verder zuidelijk verandert het landschap: de bossen maken plaats voor open graslanden en wijngaarden die zich uitstrekken tot aan de horizon.

 

In de middag arriveer je in de Hunter Valley, waar tientallen wijnhuizen verspreid liggen rond Pokolbin en Lovedale. Omdat je hier overnacht, kun je de camper laten staan en de omgeving op een ontspannen manier verkennen. Veel campings verhuren fietsen of e-bikes, en er zijn kleine tourbedrijven die je direct bij de camping ophalen voor een wijnproeverij zonder te hoeven rijden. Zo kun je een paar wijnhuizen bezoeken en tegelijk genieten van het uitzicht over de glooiende heuvels.

 

Liever geen wijn? In de vallei vind je ook genoeg andere stops: boerderijen met kaas, olijfolie en chocolade, lekker voor vanavond bij de camper.

 

Voor de overnachting is Wine Country Tourist Park in Nulkaba een goede keuze. De camping ligt centraal tussen de wijnhuizen, met ruime camperplekken, een zwembad en schaduwrijke bomen.

Vanuit de Hunter Valley rijd je richting de Blue Mountains, waar het landschap verandert van open wijngaarden naar dichte eucalyptusbossen en diepe valleien. Hoe dichter je bij de bergen komt, hoe koeler en frisser de lucht wordt. De naam verwijst naar de blauwe waas die boven het bos hangt, veroorzaakt door oliën uit de eucalyptusbladeren.

 

Je overnacht in Katoomba, het centrale dorp van de regio. Vanaf Echo Point heb je uitzicht op de rotsformatie The Three Sisters en de uitgestrekte Jamison Valley. De Prince Henry Cliff Walk begint vlakbij en voert langs kliffen en uitzichtpunten waar je telkens een ander perspectief hebt op de vallei.

 

De volgende dag hoef je nergens heen en heb je tijd om de bergen op je gemak te verkennen. ’s Ochtends is het licht zacht en hangt er vaak nog een lichte mist in de vallei. Dit is het moment om te wandelen, bijvoorbeeld naar Wentworth Falls, waar het water over de rotsen naar beneden stroomt. De route is goed te doen, met genoeg plekken om even stil te staan bij het uitzicht.

 

Wil je het rustiger aan doen, dan kun je met de Scenic Railway of Cableway afdalen naar de vallei. Daar loopt een houten pad door het regenwoud, tussen varens en watervallen, met bordjes die vertellen over de geschiedenis van de mijnbouw in dit gebied.

 

’s Middags kun je naar Leura, een charmant dorpje met cafés, boetieks en tuinen. Everglades House & Gardens is er een mooie stop, met wandelpaden door het groen en uitzicht over de bergen. Tegen zonsondergang is Govetts Leap Lookout bij Blackheath een goed eindpunt van de dag: rustig, met weids uitzicht over de vallei en de rotswanden die in het warme licht kleuren.

 

Voor de overnachting is Katoomba Falls Tourist Park een prettige keuze. De camping ligt op loopafstand van Echo Point en de belangrijkste wandelroutes, met ruime plaatsen en goede voorzieningen.

Vanuit de Blue Mountains rijd je richting Sydney. De weg daalt langzaam, het landschap verandert van bos naar buitenwijken en in de verte verschijnt de skyline. Rond het middaguur lever je de camper in en reis je door naar je hotel. Na weken onderweg voelt het even anders om niet meer op wielen te leven, maar Sydney heeft een fijne vibe. De zee, het licht, de geluiden van verkeer en veerboten, alles beweegt in een rustig ritme.

 

In de middag kun je alvast kennismaken met de stad. Vanaf Circular Quay wandel je langs de kade naar het Opera House. De vormen en het licht maken het gebouw bijzonder, zeker van dichtbij. Wie wil, kan een rondleiding doen of kijken of er die avond een voorstelling is. Daarna loop je door de Royal Botanic Gardens, waar wandelpaden langs het water slingeren. Vanaf Mrs. Macquarie’s Chair zie je de haven, de brug en het Opera House in één blikveld.

 

De volgende ochtend begint in The Rocks, waar cafés tussen oude zandstenen gebouwen zitten. In het weekend is er een markt met lokale producten en handwerk. Vanaf hier kun je de Harbour Bridge oversteken, te voet of met een begeleide klim. Boven heb je een helder uitzicht over de haven en de stad. Aan de voet van de brug ligt Barangaroo Reserve, een park met paden langs het water en plekken om even stil te staan.

 

’s Middags is de ferry naar Manly een mooie manier om Sydney van het water te zien. Zodra de boot de haven uitvaart, glijdt de stad langzaam voorbij. In Manly is de sfeer ontspannen. Langs het strand liggen cafés en wandelpaden en wie wil, loopt verder naar Shelly Beach voor een duik of een koffie met uitzicht op zee.

 

Op dag 30 kun je de zuidkust verkennen. Neem de bus naar Bondi Beach, waar surfers vroeg in het water liggen en locals elkaar treffen bij de cafés aan het strand. Vanaf hier loopt de Bondi to Bronte Coastal Walk, een pad over kliffen en baaien met uitzicht over de oceaan. Onderweg kun je stoppen bij een van de rotspoelen of gewoon blijven zitten en kijken.

 

Wie liever in de stad blijft, kan de middag doorbrengen in Paddington of Surry Hills, met boetieks, galeries en rustige straten vol bomen. In de avond is Darling Harbour een prettige plek voor een diner aan het water, terwijl Newtown juist levendiger is met kleine eettentjes en livemuziek.

 

Op dag 31 heb je nog een ochtend voordat je vlucht vertrekt. Ontbijt aan het water, wandel nog even door de Botanic Gardens of neem de ferry naar de overkant voor een laatste blik op de stad. In de middag vertrek je naar de luchthaven. De volgende dag kom je aan in Nederland, een fantastische ervaring rijker.