Over de route
De route van Alice Springs naar Darwin laat zien hoe divers het noorden van Australië is. Je reist met een 2WD-camper over goed begaanbare wegen, van het rode hart van het land naar de tropische kust. Onderweg verandert het landschap voortdurend: van diepe kloven en rotsformaties tot palmbossen en natuurlijke zwemplekken.
Je rijdt door lege vlaktes, ziet de zon opkomen boven Uluru en koelt dagen later af in de watervallen van Litchfield. Daartussen liggen kleine dorpen, ontmoetingen onderweg en de rust van de outback.
De reisbeschrijving op deze pagina is een voorbeeldroute, een suggestie voor hoe je het kunt doen. Hoe lang je waar blijft en welke stops je maakt, bepaal je zelf. Gebruik deze route als leidraad om je eigen avontuur vorm te geven en ontdek Australië in je eigen tempo.
Alice Springs
Na een lange reis kom je op dag drie in de ochtend aan in Alice Springs. De zon schijnt fel, de lucht is droog en de rode aarde verraadt dat je midden in Australië bent beland.
Na aankomst ga je naar het hotel, waar een douche en een frisse outfit wonderen doen. De rest van de dag kun je rustig aan doen. Wandel door Todd Mall met zijn kleine cafés, kunstwinkels en galeries of drink een koffie op een terrasje terwijl je mensen kijkt. De sfeer in Alice Springs is gemoedelijk; reizigers, locals en kunstenaars lopen hier door elkaar.
Aan het einde van de dag kun je dineren bij een van de lokale restaurants, bijvoorbeeld Epilogue Lounge of The Overlanders Steakhouse. Vanaf het dakterras van Epilogue kijk je uit over de stad, die in de avondzon langzaam tot rust komt. Morgen begint het echte avontuur, maar vanavond draait het vooral om even landen in het hart van de outback.
Alice Springs
Na een goede nachtrust begint de dag waarop je je camper ophaalt. De meeste verhuurders liggen net buiten het centrum, dus je neemt een korte taxirit naar het depot. Daar krijg je uitleg over de camper, het aansluiten van stroom en water en wat praktische tips voor onderweg.
Zodra alles is geregeld, rijd je terug richting de stad voor boodschappen. Supermarkten als Woolworths en Coles hebben ruime parkeerplaatsen, handig voor je eerste inkopen. Met de koelkast gevuld en de watertank vol rijd je daarna naar de camping voor je eerste nacht met de camper.
Een goede plek om te beginnen is het BIG4 MacDonnell Range Holiday Park, aan de zuidkant van Alice Springs. De camping heeft ruime plekken, een zwembad en goed onderhouden voorzieningen, ideaal om even te landen voordat het echte rijden begint.
Tegen de avond kun je een korte wandeling maken of gewoon buiten zitten terwijl de zon zakt achter de bergen. De kleuren worden dieper, het licht zachter; morgen trek je verder de outback in, richting de West MacDonnell Ranges.
West MacDonnell Ranges
Na het ontbijt verlaat je Alice Springs en rijd je westwaarts, de stilte tegemoet. Zodra je de stad uit bent, verandert het landschap: roestbruine rotsen, zilvergroene eucalyptusbomen en een horizon die lijkt te trillen in de warmte.
De eerste stop is Simpsons Gap, een smalle kloof waar vaak zwarte rotswallaby’s over de rotsen klauteren. Daarna rijd je verder naar Standley Chasm, dat rond het middaguur op z’n mooist is wanneer de zon de wanden felrood laat oplichten. In het café bij de ingang kun je lunchen of gewoon even iets drinken in de schaduw.
In de middag bereik je Ellery Creek Big Hole, een brede waterpoel tussen steile rotsen. Hier kun je zwemmen of aan de oever zitten met uitzicht op het stille water. De kleine camping naast de poel is eenvoudig maar sfeervol, met vuurplaatsen en uitzicht op de rotsen. Een heerlijke eerste overnachtingsplek in de natuur.
De volgende ochtend rijd je verder langs de West MacDonnell Ranges. Onderweg kun je stoppen bij Serpentine Gorge of Ochre Pits, een kleurrijke rotswand die eeuwenlang door Aboriginals werd gebruikt als bron van pigmenten. In de middag kom je aan bij Ormiston Gorge, waar wandelpaden door de kloof en naar uitkijkpunten leiden. De Ghost Gum Walk is een aanrader: niet te lang, maar met prachtig zicht over de vallei.
De camping bij Ormiston Gorge is goed onderhouden en geschikt voor campers, met ruime plekken en eenvoudige faciliteiten. Zodra de zon zakt, kleuren de wanden koperrood en verschijnt er een sterrenhemel die nauwelijks te bevatten is.
Watarrka National Park
Na het ontbijt neem je afscheid van de West MacDonnell Ranges en rijd je langzaam terug richting de Stuart Highway. De ochtendzon staat laag, de lucht is helder en de rode aarde lijkt te gloeien. Onderweg passeer je kleine nederzettingen en oude boerderijen, met hier en daar een emoe langs de weg.
Bij Stuarts Well Roadhouse is het tijd voor een korte stop. Het is zo’n typische outbackplek waar reizigers even de benen strekken en truckers hun koffie drinken aan de bar. Binnen hangen vergeelde foto’s van kamelenraces en een handgeschreven menu met stevige maaltijden.
Daarna vervolg je de rit zuidwaarts tot aan de Lasseter Highway, waar je afslaat richting Watarrka National Park. De weg is geasfalteerd en rustig. De uitzichten worden weidser, de lucht lijkt groter, en hoe verder je komt, hoe meer de rotsformaties van Kings Canyon aan de horizon verschijnen.
Je kunt onderweg nog even stoppen bij de afslag naar Kathleen Springs, waar een korte, vlakke wandeling leidt naar een waterbron die vroeger door Aboriginals en veehoeders werd gebruikt. Een fijne onderbreking voor wie nog wat energie over heeft.
Tegen het einde van de middag arriveer je bij Kings Creek Station, een ranch met kamelen, een klein restaurant en een goed verzorgde camping met ruime plekken, schaduw en warme douches. Je kunt hier ’s avonds een eenvoudige maaltijd bestellen of zelf koken bij de camper.
Als de zon ondergaat, kleuren de rotsen koperrood en zakt de stilte over het landschap.
Uluru–Kata Tjuta National Park
De ochtend begint vroeg in Kings Canyon. og voor de zon opkomt, hoor je de eerste vogels tussen het droge gras. Na een snel ontbijt rijd je het korte stuk naar de ingang van het Watarrka National Park voor de wandeling waar dit gebied om bekendstaat: de Rim Walk.
De klim omhoog is pittig, maar al na een paar minuten heb je uitzicht over de kloof. Bovenop voert het pad over rotsplateaus, langs grillige formaties en diepe afgronden. In de diepte ligt de Garden of Eden, een onverwacht groene oase met een poel van helder water. Neem de tijd om te pauzeren en het uitzicht in je op te nemen. De wandeling is zes kilometer en duurt ongeveer drie uur, dus begin vroeg om de hitte voor te zijn.
Na de wandeling keer je terug naar de camper voor een vroege lunch. Daarna begint de rit naar Uluru, een lange maar mooie route van ongeveer 480 kilometer, volledig over verharde wegen. Je rijdt via de Luritja Road terug naar de Stuart Highway, die je zuidwaarts volgt tot het kruispunt met de Lasseter Highway.
Bij Erldunda Roadhouse is het tijd voor een tussenstop. Het is een van die typische plekken midden in het niets, met brandstofpompen, een kleine winkel en sterke koffie. Binnen hangt een plattegrond vol punaise-prikken van reizigers die dezelfde route reden.
Vanaf hier buig je af richting het westen, de Lasseter Highway op. De weg is recht en rustig, met af en toe een dingo die de hitte trotseert of een arend die boven het asfalt cirkelt. Hoe dichter je bij Yulara komt, hoe meer het landschap verandert: lage struiken maken plaats voor open vlaktes, en in de verte verschijnt de silhouet van Uluru aan de horizon.
Aan het begin van de avond kom je aan bij de Ayers Rock Campground in Yulara, een goed verzorgde camping met ruime plekken en uitzicht op de woestijn. Als je nog energie hebt, rijd dan meteen naar het uitkijkpunt net buiten het dorp om de zonsondergang te zien. Terwijl de lucht langzaam van goud naar dieprood kleurt, verandert ook Uluru van tint, het perfecte einde van een lange, maar bijzondere dag.
Uluru
Nog voor de zon boven de horizon komt, sta je al bij het uitzichtpunt Talinguru Nyakunytjaku. Het vroege licht zet Uluru in vuur en vlam; de lucht verandert van paars naar diep oranje terwijl de woestijn langzaam ontwaakt.
Na het ontbijt ga je op pad voor een wandeling aan de voet van de rots. De Mala Walk is goed te doen in de koelte van de ochtend en voert langs grotten met rotstekeningen en plekken die voor de Anangu heilig zijn. Wie meer tijd wil nemen, kan een groter deel van de Base Walk lopen, maar doe dat bij voorkeur voor tien uur, want daarna stijgt de temperatuur snel.
Rond het middaguur zoek je de schaduw op. De rest van de dag kun je rustig aan doen: een duik nemen in het zwembad van de camping, lunchen in het kleine winkelcentrum van Yulara of een bezoek brengen aan het Cultural Centre, waar je meer leert over de verhalen en tradities rond Uluru.
Tegen zonsondergang rijd je terug naar het uitkijkpunt. De rots kleurt van koper naar dieprood, en de stilte van de woestijn maakt het moment des te indrukwekkender.
Kata Tjuta
Vandaag vertrek je vroeg richting Kata Tjuta, ongeveer 50 kilometer ten westen van Uluru. De zon is nog laag als de ronde koepels rood beginnen te gloeien. Het is het perfecte moment om de Valley of the Winds Walk te doen, een route met panoramische uitzichten over het open landschap. Wie liever een kortere route wil, kiest voor de Walpa Gorge Walk, waar de wanden hoog boven je uittorenen en er vaak nog een fris windje door de kloof waait.
Na afloop kun je picknicken bij het schaduwrijke rustpunt aan de voet van de koepels, met uitzicht op het weidse landschap. Op de terugweg naar Yulara is het uitzicht bij het Kata Tjuta Dune Viewing Area een mooie afsluiter: van hieruit zie je beide reuzen, Kata Tjuta en Uluru, in één blikveld.
De middag is vrij. Je kunt nog even ontspannen bij het zwembad, iets eten bij het resort of simpelweg de rust van de woestijn in je opnemen. Zodra de zon zakt, kleurt de lucht opnieuw warm oranje en roze, een laatste groet van het Red Centre.
Alice Springs
Je verlaat Yulara in de koele ochtend en rijdt de Lasseter Highway op, terug richting de Stuart Highway. De eerste uren zijn rustig, met eindeloze vlaktes en af en toe een dingo die langs de weg scharrelt. De lucht is strakblauw, de zon nog mild.
Bij Curtin Springs Station kun je een korte pauze nemen. De sfeer is typisch outback, houten veranda’s, een paar nieuwsgierige papegaaien en een vriendelijke barvrouw die koffie inschenkt alsof iedereen hier vaste klant is.
Na de lunch vervolg je de rit naar Alice Springs. Het landschap verandert subtiel: meer heuvels, meer kleur, en de eerste tekenen van bewoonde wereld sinds dagen. Aan het eind van de middag rijd je de stad binnen en voelt het bijna vreemd om weer verkeerslichten te zien.
Je overnacht opnieuw bij het BIG4 MacDonnell Range Holiday Park, een ruime en goed onderhouden camping met alles wat je nodig hebt. Dit is een mooi moment om de voorraden aan te vullen in een van de supermarkten in de stad, de camper even door te spoelen en rustig bij te komen van de lange rit.
Wie nog wat wil ondernemen, kan aan het eind van de middag naar Anzac Hill voor een uitzicht over de stad in het zachte avondlicht. Daarna is het tijd om te ontspannen, morgen wacht de lange, lege weg naar het noorden.
Devils Marbles
Vandaag rijd je het echte noorden in. Zodra je Alice Springs uit bent, verdwijnen de heuvels langzaam achter je en wordt het land wijder en droger. De Stuart Highway slingert door een landschap van rood zand, zilverkleurige spinifex en eindeloze vergezichten.
Onderweg kun je een koffiepauze houden bij Ti Tree Roadhouse, een klein maar levendig punt langs de weg met brandstof, snacks en verkoelende drankjes. Hier ervaar je die typische outbackgastvrijheid: een korte praat over het weer, een glimlach en weer verder.
De volgende stop is Barrow Creek Telegraph Station, een historisch telegraafstation uit de 19e eeuw dat nog altijd overeind staat in het dorre landschap. Het is een korte, interessante tussenstop die een beeld geeft van hoe afgelegen het leven hier ooit was.
Tegen de middag bereik je de omgeving van Devils Marbles Conservation Reserve, of zoals de Aboriginals het noemen: Karlu Karlu. Plotseling duiken er overal ronde, roodbruine rotsblokken op die op elkaar gestapeld lijken te zijn. De enorme granietformaties lijken haast door iemand neergelegd, maar zijn in miljoenen jaren gevormd door erosie.
Je overnacht op de eenvoudige Devils Marbles Campground, midden tussen de rotsen. Er zijn basisvoorzieningen, maar de locatie maakt alles goed, zodra de zon zakt, kleuren de stenen feloranje en werpen ze lange schaduwen over het zand. Als het donker wordt, zie je een hemel vol sterren, scherper dan bijna waar ook ter wereld.
Daly Waters
Als de zon opkomt boven de ronde rotsblokken van Karlu Karlu, kleuren ze opnieuw dieprood. Het is de moeite waard om even rond te lopen voor je vertrekt, het ochtendlicht maakt de plek bijna magisch stil.
Na het ontbijt rijd je verder noordwaarts over de Stuart Highway. De weg is rustig en recht, en met elke kilometer verandert het landschap. De aarde blijft rood, maar het groen wordt voller en de temperatuur stijgt. De droge lucht van de outback maakt langzaam plaats voor een vochtiger warmte.
Een fijne stop onderweg is Tennant Creek, de dichtstbijzijnde grotere plaats. Hier kun je tanken, boodschappen doen en eventueel lunchen in een lokaal café. Daarna rijd je verder richting Daly Waters, een typisch outbackdorp dat vooral bekendstaat om zijn legendarische pub.
De Daly Waters Pub is een plek die je niet wilt missen: vol oude nummerborden, biljetten en petten aan het plafond, en reizigers van over de hele wereld die elkaar ontmoeten aan de bar. Er heerst een losse, bijna feestelijke sfeer die na dagen in de stilte van de outback extra levendig aanvoelt.
Je kunt overnachten op het terrein van de pub zelf, de Daly Waters Pub Caravan Park ligt er direct achter, met eenvoudige maar prima faciliteiten. ’s Avonds eet je buiten, met live muziek en koude drankjes onder de sterrenhemel. Een beetje vreemd, een beetje rommelig, maar typisch Australisch en precies de charme van deze plek.
Bitter Springs
Na het ontbijt bij de pub trek je verder noordwaarts. De Stuart Highway voert door open terrein dat langzaam groener wordt. Termietenheuvels verschijnen langs de weg, palmen nemen het over van het dorre gras, en de lucht voelt steeds warmer en vochtiger aan. De droge outback maakt hier plaats voor het tropische noorden.
Onderweg kun je kort stoppen bij Larrimah, een eigenzinnig dorpje dat ooit een belangrijk poststation was. Nu lijkt de tijd er stil te staan, met kleurrijke muurschilderingen en verlaten gebouwen die midden in het niets liggen. Daarna rijd je door naar Mataranka, bekend om zijn natuurlijke warmwaterbronnen.
In plaats van de drukke Mataranka Thermal Pool kies je voor Bitter Springs, iets verderop in het Elsey National Park. Hier stroomt warm, helder water tussen palmen en varens, en kun je rustig met de stroming meedrijven. Het is hier natuurlijker en rustiger dan de grote baden bij de homestead, en het heldere blauwgroene water maakt het een van de mooiste plekken om te zwemmen in het noorden.
Voor de overnachting is Bitter Springs Cabins & Camping de ideale plek. De camping ligt op loopafstand van de bron, met ruime plekken onder de bomen en goed onderhouden faciliteiten. ’s Avonds hoor je krekels en het zachte geritsel van de palmen, een tropische rust die een mooi contrast vormt met de stilte van de outback waar je vandaan komt.
Nitmiluk National Park
De dag begint in de tropische rust van Bitter Springs. Nog voor de zon hoog staat, kun je een laatste duik nemen in het warme, helderblauwe water. Daarna is het tijd om de camper weer in te pakken voor de korte rit naar Katherine.
De afstand is slechts zo’n 110 kilometer, dus je bent er in minder dan twee uur. Onderweg zie je hoe het landschap groener wordt, met dichte eucalyptusbossen en brede rivierbeddingen die in het regenseizoen volstromen.
Katherine is een levendig plaatsje met een paar supermarkten, cafés en winkels, een goed moment om brandstof en voorraden aan te vullen. Daarna rijd je door naar het Nitmiluk National Park, de thuisbasis van de beroemde Katherine Gorge.
Er zijn verschillende manieren om de kloof te verkennen. Je kunt een boottocht maken over de rivier, een kano huren of een van de korte wandelingen doen langs de klifrand. De uitzichten zijn spectaculair: steile rotswanden, helder water en een stilte die alleen wordt doorbroken door vogels en het zachte klotsen van peddels.
Voor de overnachting is Nitmiluk Caravan Park de logische keuze. De camping ligt direct bij het bezoekerscentrum, met ruime plekken, een zwembad en alles wat je nodig hebt voor een comfortabele nacht. ’s Avonds kun je iets eten in het restaurant bij de ingang van het park, waar je vaak kikkers hoort kwaken en vleermuizen boven je hoofd ziet vliegen.
Kakadu National Park
Na het ontbijt op de camping rijd je terug richting Katherine. Als je de avond ervoor geen tijd had, kun je eerst nog even langs de markt of een lokaal café voor koffie en iets lekkers voor onderweg. Daarna verlaat je het stadje en volg je de Kakadu Highway richting het noorden.
De eerste stop onderweg is Pine Creek, een klein mijnstadje uit de 19e eeuw met een handvol historische gebouwen en een oud treinstation dat nu dienstdoet als museum. Het is een fijne plek voor een korte pauze. Daarna vervolg je de route naar het oosten, waar het landschap langzaam verandert: van bos naar open vlaktes en billabongs vol vogels.
Bij de ingang van het Kakadu National Park haal je je parkpas op, die je toegang geeft tot het hele gebied. Vanaf hier is het nog zo’n 90 kilometer naar Cooinda, het hart van het park en een ideale uitvalsbasis voor de komende dagen.
De rest van de middag kun je ontspannen bij het zwembad van Cooinda Lodge, of alvast een korte wandeling maken bij de Mardugal Billabong, vlakbij de camping. Het water weerspiegelt de lucht, reigers staan roerloos aan de oever, en de stilte wordt alleen doorbroken door het geluid van kikkers en krekels.
Als de zon zakt, is het uitzicht bij Yellow Water Billabong een van de mooiste van Kakadu. Vanaf de steiger kun je toekijken hoe de lucht oranje kleurt boven het moeras, waar soms een krokodil of jabiru (reiger) te zien is. Morgen kun je hier een boottocht maken om het gebied echt te beleven.
Je overnacht op de Cooinda campground & caravan park, een goed verzorgde plek met schaduwrijke plaatsen, een zwembad en een klein winkeltje, comfortabel, midden in de wildernis.
Kakadu National Park
Vroeg opstaan loont vandaag, want bij zonsopkomst is Yellow Water Billabong op zijn mooist. De ochtendlucht kleurt zachtroze, nevel hangt over het water en overal hoor je vogels. Een boottocht in de vroege ochtend is de beste manier om dit moerasgebied te ervaren. Terwijl de zon langzaam hoger komt, zie je krokodillen langs de oever, pelikanen die over het water glijden en misschien een zeearend in de lucht.
Na terugkomst bij de camping kun je rustig ontbijten en even bijkomen bij het zwembad. Later op de ochtend rijd je richting Nourlangie Rock, een van de bekendste plekken van Kakadu. Hier wandel je langs rotsschilderingen van de Aboriginals, sommige duizenden jaren oud. De informatieborden vertellen verhalen over jacht, geesten en de band tussen mens en land. Vanaf het uitkijkpunt bovenaan heb je een prachtig zicht over het ruige landschap van Arnhem Land.
Wie nog energie over heeft, kan doorrijden naar Anbangbang Billabong, een korte rit verderop. Daar kun je een ontspannen rondwandeling maken langs het water, vaak in gezelschap van wallaby’s en kleurrijke ijsvogels.
Aan het eind van de dag rijd je naar Jabiru, het centrale dorp in Kakadu, waar een kleine supermarkt en een tankstation zijn. De Aurora Kakadu Lodge & Caravan Park is een prettige overnachtingsplek: ruime staanplaatsen, veel schaduw, een zwembad en een restaurant waar je buiten kunt eten onder de sterren.
De avond is stil en warm. Alleen het gezoem van insecten en het zachte geritsel van bladeren herinneren je eraan dat je midden in een van de oudste landschappen ter wereld staat.
Litchfield National Park
Na het ontbijt verlaat je Jabiru en rijd je westwaarts richting Litchfield National Park. De route voert over de Arnhem Highway, een goed verharde weg die door open bushland en langs wetlands loopt. Onderweg kun je stoppen bij Fogg Dam Conservation Reserve, waar een korte loopbrug door het moerasgebied loopt. Het is een van de beste plekken in het Top End om watervogels van dichtbij te zien — in het droge seizoen verzamelen zich hier honderden pelikanen, ibissen en eenden.
Bij Humpty Doo kun je even tanken en boodschappen doen voor de komende dagen, want in Litchfield zijn geen grote winkels. Hier begint ook de Stuart Highway richting het zuiden, die je volgt tot de afslag naar Batchelor, de toegangspoort tot Litchfield.
In de middag kom je aan bij Litchfield National Park, bekend om zijn natuurlijke zwemplekken. Afhankelijk van je aankomsttijd kun je alvast een duik nemen bij de Florence Falls of de Buley Rockholes, helder, koel water tussen de rotsen, omringd door tropisch groen.
Voor de overnachting is Litchfield Safari Camp bij Wangi Falls een uitstekende keuze. De camping ligt op loopafstand van de watervallen, heeft schaduwrijke plekken, douches en een ontspannen sfeer.
’s Avonds hoor je krekels en kikkers, en soms het zachte geruis van de waterval op de achtergrond. Een mooie afsluiting van een dag waarop de outback langzaam heeft plaatsgemaakt voor het tropische noorden.
Darwin
De ochtend in Litchfield begint rustig. Wie vroeg wakker is, kan nog een korte wandeling maken bij Wangi Falls of een laatste duik nemen in het heldere water. Daarna rijd je richting het noorden, over de Stuart Highway, terug naar de bewoonde wereld.
Een mooie stop onderweg is het Territory Wildlife Park bij Berry Springs, waar de natuur van het Top End in één middag samenkomt. In de schaduw van reusachtige bomen wandel je langs lagunes met krokodillen, vlindertuinen en vogelvolières. De aquariumtunnel met zoetwatervissen en schildpadden is verrassend mooi.
Vlak ernaast ligt het Berry Springs Nature Reserve, een favoriete zwemplek van locals. Drijvend in het warme water tussen palmen en varens lijkt Darwin nog ver weg, maar de stad ligt al op een uur rijden.
Aan het eind van de middag arriveer je bij Discovery Parks Darwin, een groene camping met ruime plekken en een tropische sfeer. Het zwembad ligt tussen de palmen, er is een barbecueterras en de faciliteiten zijn uitstekend.
Wie nog energie heeft, kan met een taxi of Uber naar Mindil Beach. Op marktdagen ruikt het er naar Aziatisch eten, houtskool en zeelucht. Terwijl de zon de zee in zakt, verandert de lucht in tinten oranje en paars. Overal klinkt muziek, mensen lachen, kinderen rennen over het zand. Het is de perfecte laatste avond in je camper, warm, gemoedelijk en precies zoals het Top End hoort te voelen.
Darwin en terugvlucht
Vandaag hoef je nergens naartoe. De camper blijft staan en jij hebt een hele dag om Darwin op je gemak te ontdekken.
Begin de ochtend bij het Darwin Waterfront Precinct, een moderne wijk aan zee met een veilige lagune om in te zwemmen, cafés met uitzicht over het water en brede wandelpaden langs de haven. De sfeer is ontspannen, met palmen, vrolijke muziek en de geur van koffie en zout water in de lucht.
Daarna kun je te voet verder langs de Esplanade, waar het park uitzicht biedt op de haven en de turquoise zee. Even verderop ligt het Museum and Art Gallery of the Northern Territory, een van de mooiste musea van het land. Je leert er over de Aboriginal-cultuur, de ruige natuur van het noorden en de verwoestende kracht van cycloon Tracy.
’s Middags lunch je bij Stokes Hill Wharf, waar vissersboten af en aan varen en de wind over het water waait. Je kunt hier verse vis eten met uitzicht op de haven en het eilandje tegenover de stad.
Wie de tropische rust nog even wil vasthouden, wandelt daarna door naar Bicentennial Park, waar vleermuizen hoog in de bomen hangen en de lucht langzaam verkleurt. Of neem een duik in de lagune bij het Waterfront, tussen locals die hier hun vaste middagplek hebben.
Vanavond is de laatste avond in je camper. Maak nog een kampvuur en start met inpakken van de spullen. Morgen zit je reis door het Red Centre en Top End er alweer op.
Dag 21 – Inleveren camper en vertrek uit Darwin
De laatste ochtend in Darwin begint vroeg. De lucht is al warm en stil, en de stad ontwaakt langzaam. Na het ontbijt is het tijd om je camper op te ruimen, de kastjes leeg, de watertank geleegd, nog één laatste check of alles op z’n plek ligt.
De rit naar het verhuurstation duurt niet lang. Het voelt vreemd om de sleutels in te leveren van wat wekenlang je huis was.
Met het papierwerk afgerond en de bagage overgepakt, brengt een taxi je naar de luchthaven en tegen de namiddag vertrek je vanaf Darwin International Airport. Terwijl het vliegtuig opstijgt en de stad kleiner wordt, zie je nog één keer de kustlijn en de groene rand van Litchfield in de verte.
Dag 22 – Terug in Nederland
Na een nacht boven Azië en het Midden-Oosten kom je in de middag aan op Schiphol. Buiten is het koeler, de lucht grijzer misschien, maar in je hoofd zit nog het geluid van krekels, de geur van eucalyptus en het gevoel van ruimte.
Australië laat zich niet in een paar woorden samenvatten, het is de stilte van de woestijn, de warmte van de mensen, de eindeloze horizon. En dat blijft nog wel even bij je, ook thuis.