12 mei - Aankomst in Vancouver

Na een best lange vliegreis met een tussenstop in Calgary zijn we dan nu in ons hotel in downtown Vancouver, Een Best Western. Het is even wennen aan het tijdsverschil (9 uur terug). Vanmorgen waren we al om 5 uur op. Dat gaat vast nog wel veranderen en, indien niet, hebben we steeds lekker lange dagen.


Morgen, maandag, gaan we de camper halen en dan begint het allemaal echt. Vandaag gaan we, na het ontbijt, Vancouver een beetje bekijken. We zitten midden in de stad, downtown, dus het meeste zullen we wel te voet doen. Het weer werkt niet helemaal mee, het lijkt vandaag een wat druilerige dag te worden met een temperatuur van een graad of 17. Net Nederland dus.
Verder valt er nog niet zoveel te melden, dat komt hopelijk nog wel.

13 mei - Camper ophalen

We hebben hem, de camper, ons "huisje" voor de komende weken. Gebouwd op een Ford chassis,
type E-350 superduty met een lekker dorstige 8 cylinder motor en automatische versnelling. Nieuw, toen we hem kregen stond er slechts 501 km op de teller, de afstand tussen de dealer en de bouwer.
Van een aardige, Nederlands sprekende, jongedame kregen we uitleg hoe alles zou moeten werken, nog even een hotdogje happen en dan, huppekee, het drukke Vancouver verkeer in. (ja ja Hans, voor de leeuwen) We wisten eigenlijk nog niet eens waar we onze eerste stop zouden hebben, in ieder geval oostwaarts. En nu zitten we in Harrison Hotsprings, een klein toeristisch dorpje aan het eind van road 9. Bekend om, jawel, zijn hete bronnen. Zwavel houdend, dus stinkend gezond.


We blijven 2 nachten op Harrison Springs Camping & RV Park. Een camping met "fully hooked up" plaatsen, dat wil zeggen dat de plaats is voorzien van electra, schoon water toevoer en vuil water afvoer. We zullen verder op onze reis ook nog campings tegenkomen die niets van dat alles hebben. Het sanitair op deze camping is ok, niet al te uitgebreid. De meeste campeerders hier maken er toch geen gebruik van, ze doen gewoon alles in de camper.

14 mei - Harrison Hotsprings

Vandaag, 14 mei, hebben we het dorpje bezocht, het is niet veel en wat er is ziet er behoorlijk als vergane glorie uit, een beetje het lot van alle warmwaterbronstadjes. Het ligt aan een meer en dat is dan weer wel mooi. De eerste nacht in de camper is wonder boven wonder en boven de cabine goed gegaan. We hebben allebei goed geslapen, gelukkig moesten we er steeds gelijktijdig even uit. Zodoende hoefden we niet over elkaar heen te kruipen, veel hoofdruimte heb je niet boven, laat staan kruipruimte.


Morgen, 15 mei dus, gaan we richting Hope, niet zo ver van hier. Ben benieuwd wat ons daar te wachten staat.
O ja, nog even het weer, na regen komt zonneschijn geldt gelukkig ook hier. Met andere woorden, vandaag was het droog met af en toe een lekker zonnetje.

15 mei - Hope, Hell's Gate en Hat Creek

Vandaag, 15 mei, hebben we getankt. Voor 100 dollar (Canadese) kregen we 73,583 liter. Per liter is dat 1,359 dollar, in euro 1,03. Niet duur gelukkig, want ons transportmiddel lust wel een slokje, 1 op 5. Volgen meteen de vragen, hoeveel is de dollar waard en hoeveel kilometer hebben we gereden?


We zijn nu aangeland op een camping die “gebukt” gaat onder de veelzeggende naam: Historic Hat Creek Ranch”. Hoezo veelzeggend? Deze ranch is genoemd naar de rivier die hier stroomt, de Hat Creek. Het verhaal wil dat een franse kolonist hier ooit eens zijn hoed verloor. Na veel zoeken werd de hoed teruggevonden in de toen nog naamloze rivier die meteen niet meer naamloos was. Later kwam hier een Engelsman die trouwde met een inlandse en daar een paar kinderen (jongens) mee kreeg. Die kinderen waren niet blank en ook niet meer inlands. Ze werden door de andere bewoners van dit gebied niet geaccepteerd. (dat hebben we vaker gehoord) Enfin, de jongens groeiden op voor galg en rad en lieten het leven inderdaad aan de galg. En het schijnt nu dat één van de jongens af en toe nog eens terugkeert naar deze ranch en dan een beetje het spook uithangt. En op die ranch kamperen wij nu. Hoe zijn wij hier gekomen.
Vanmorgen zijn wij vertrokken uit Harrison Hotsprings in de richting van Hope waar wij na ongeveer een uurtje rijden aankwamen. Op elke straathoek van Hope staat wel een houtsnijwerk. Best bijzonder.


In Hope hebben wij wat inkopen gedaan, naar de ernstig gezwollen Fraser River gekeken en ons laten informeren door de dame van de Tourist info. Zij vertelde ons zoveel over Hope dat wij al snel de hoop lieten varen om alles te kunnen zien.
Daarna zijn wij naar Hell's Gate gereden. Hell's Gate is een vernauwing in de Fraser rivier waardoor het water in de rivier in een ongekende stroomversnelling raakt. Het water stroomt daar zo woest en snel dat zelfs de zalmen niet meer in staat waren om tegen de stroom in hun paargebied te bereiken.
Na de aanleg van een paar stroomvertragende tunnels kunnen de zalmen gelukkig weer verder. De mens kan vanaf de hoger gelegen weg met een kabelbaan afdalen naar de rivier om met eigen ogen de woestheid van de stroom te aanschouwen en wat geld uit te geven in de souvenir- en ijswinkel. Eén Canadese bol ijs staat ongeveer gelijk aan drie Nederlandse bollen. Anita wilde eerst twee bollen op haar hoorn, maar toen ze zag hoe enorm één bol al was kon ze nog net op tijd haar bestelling herzien. Na het nuttigen van het ijs weer met de kabelbaan naar boven en weer op weg.

16 mei - Hat Creek naar Clearwater

Wij hebben inmiddels 614 km afgelegd van Vancouver tot Clearwater. Zomaar een weetje.


Vanmorgen, de ochtend van 16 mei, zijn wij vertrokken uit Hat Creek. Het weer was uitstekend, veel zon, en de stemming ook, uitstekend en zonnig. De route leidde langs een aantal huizen. Logisch, zal je zeggen, maar deze huizen hebben iets bijzonders. Ze zijn namelijk genoemd naar het aantal mijlen dat zij verwijderd zijn van een punt. Het nul punt was het stadje Lillooet. Zo is er het 70 Mile House, het 80 Mile House en ook het 100 Mile House. Van oorsprong waren het pleisterplaatsen die tijdens de goldrush in de 19e eeuw de goudzoekers onderdak en vertier boden. Met name 100 Mile House is uitgegroeid tot een redelijk stadje, terwijl het 70 Mile House niet veel meer is dan het ooit was, een pleisterplaats en winkel.Wat ons opvalt is dat de wegen hier in Canada schoon zijn. Geen verzameling Cola blikjes, geen McD zakjes, nee, echt schoon. Als er ergens een afvalbak staat, dan gooien de Canadezen hun afval daar ook gewoon in en als er geen afvalbak is nemen ze de schillen en dozen gewoon mee naar huis. Hoe krijg je dat als overheid voor elkaar. Controle is één, maar als je gepakt wordt tijdens het vervuilen, dan zwaait er wat.


Ja, je leest het goed, 2000 dollar boete. Dat schrikt kennelijk wel af.

 

Na een rit door een prachtig en gevarieerd landschap zijn we dan nu in Clearwater aangekomen. We staan op een RV camping gelegen aan Dutch Lake, de camping heet dan ook Dutch Lake Campground. We hebben uitzicht op het meer en blijven hier 4 nachten.


Het wordt namelijk druk op de wegen dit weekend. De Canadezen hebben een feestje op maandag, dus valt het weekend wat langer uit dan normaal. En dan haken ze (bijna) allemaal hun giga caravan achter de auto of pakken hun vaak groot uitgevallen camper en racen met zo'n 100 km per uur naar de camping van hun keuze. Het kan dus druk worden op de wegen en de kans op een plekje op een camping wordt kleiner. Dus geen risico, lekker 4 nachtjes hier. Geeft ons mooi de kans om één van de vele prachtige natuurparken te bezoeken, het Wells Gray Provincial park.


Daarover later meer.
Voor nu weer een hartelijke groet vanuit het verre en toch zo nabije Canada.

17 mei - Rustdag nog steeds in Clear Water

De eerste helft van deze dag kenmerkte zich door prachtig zonnig weer met een temperatuur van ruim boven de 20 graden. Het is hier nu 17.35 uur en ik zit dit binnen in de camper te schrijven. Door de regen naar binnen gejaagd. Kkoud is het nog niet, nog wel een graad of 19. Ondanks de regen heeft onze Canadese buurman gewoon de bbq aangestoken. (blijkt een Duitse buurman te zijn).
Vandaag hadden wij een soort rustdag, Anita heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op deze camping een wasje te kunnen doen, we hebben de camper een level verder naar beneden gereden, we staan nu echt tegen het meer aan. 

We hebben dat gedaan omdat we gisteren met enige jaloezie keken naar de mensen die hier tot 's avonds 8 uur in hun t-shirts in de zon zaten, terwijl wij met onze bodywarmers aan zaten te vernikkelen in de schaduw van een paar bomen. Nadat die mensen waren vertrokken hebben wij, in overleg met de campingbaas, onze camper dus op die plaats gezet. Nu zitten we in de camper (het regent immers) in onze t-shirts en hebben het niet koud. Een hele verbetering dus. We hebben ook boodschappen gedaan. In Nederland klagen wij wel eens dat de voorverpakte artikelen bij de supermarkten altijd te groot zijn, als je voor 2 personen iets wilt kopen moet je vaak voor 4 personen aanschaffen. Wij zullen in de toekomst minder klagen, want hier moet je porties kopen voor 6 tot 8 personen. Het kan dus altijd erger. Uiteindelijk zijn we er toch in geslaagd een beperkte hoeveelheid voedingsmiddelen in te slaan, genoeg om ons de komende dagen van de een welvoorziene dis te voorzien.

De regen is weggetrokken en de zon is weer terug, zodat we toch lekker in onze t-shirts buiten hebben kunnen eten. De pot schafte vandaag aardappel puree met sla en een biefstukje.
Na het eten en de afwas en de koffie hebben we buiten nog wat zitten lezen en dat zetten we nu binnen voort. Langzaam wordt het buiten donkerder en kouder. De nacht gaat vallen. Straks kruipen wij weer onder het dekbed boven de cabine en leggen ons ten ruste. En zo komt er een eind aan deze rustdag

18 mei - Wells Gray Provincial Park

Zaterdag 18-05-2013.
Geheel tegen mijn gewoonte in begin ik deze blog met de datum en wel hierom,
WE HEBBEN ONZE EERSTE ZWARTE BEER IN HET WILD GEZIEN!

 

Zo, dat is eruit. Nu de rest van het verhaal.
Vandaag was de dag dat we Wells Gray Park in gingen en dan met name om een paar van de vele watervallen te gaan zien. Dus de camper ontkoppeld en op naar het info centre van het park. We kregen daar, je raadt het al, informatie over het park. Die info kwam samen met een routekaart waarop de dame van de info de verschillende watervallen aantekende. Nog even een petje gekocht met Canada erop en toen het park in. Er is maar één weg in het park, je weet dus van te voren dat je die weg twee keer rijdt. We zijn begonnen bij de verst gelegen waterval, de Helmcken Falls, meteen ook de hoogste, 141 meter. Prachtig.


Doordat de sneeuw fors aan het smelten is zit er genoeg water in de rivieren om hun watervallen indrukwekkend te noemen.
De tweede waterval die wij bezochten heeft een bijnaam, Little Niagara, de doopnaam is Dawson Falls. Hij heeft zijn bijnaam te danken aan zijn breedte waardoor hij inderdaad wel iets weg heeft van de Niagara Falls die wij overigens alleen van foto's kennen. Dus echt controleren of de bijnaam klopt, nee, dat kunnen we niet. We geloven de Canadezen hier dus maar op hun woord.


Op weg van de Dawson Falls naar de volgende waterval, de Moul Falls, gebeurde het. Plotseling, op nog geen 40 meter van ons af, op de weg een zwarte beer. Helaas was een tegenligger nog dichterbij en die verjoeg de beer als het ware, het beest maakte zich snel uit de voeten en verdween in het dichte struikgewas aan de kant van de weg. Onzichtbaar. Dus helaas, geen foto maar wel de zekerheid dat hier beren in het wild rondlopen. Nu wil het geval, dat de Moul Falls nog een aardige wandeling vergen door het bos en je weet dus dat er beren zijn. De wandeling werd daardoor best een beetje spannender. Maar geen beer meer gezien. Wel dus weer een waterval, ook weer mooi en woest.


Helaas was er iets mis met het pad, zodat we niet tot het punt konden komen vanwaar een goed uitzicht op de falls mogelijk was. Maar wat we er wel van zagen was ook weer prachtig. En het is niet alleen het zien, het horen is ook indrukwekkend. Wat een geweld en gedonder.


Op weg terug naar de camping maar weer getankt. Er ging toch weer ruim 80 liter in terwijl de benzinemeter in de auto nog halfvol aangaf. Er zit dus best een grote tank onder de auto.
Het weer was vandaag een beetje wisselend, af en toe een buitje maar toch ook wel zon. Eigenlijk best lekker weer om zo'n trip te maken zoals wij vandaag hebben gedaan.
Het diner bestond vandaag uit Spaghetti Bolognaise met een kopje filterkoffie toe.


En nu is het weer avond en is een eind gekomen aan de dag waarop Anouk 9e werd op het Euro songfestival en wij dus onze eerste beer op de weg hebben gezien.
Tot de volgende blog.

20 mei - River Safari

Gisteren, 19 mei, was niet zo'n bijzondere dag op onze reis. We hebben een beetje gelanterfantert, nog een waterval bezocht in het Wells Gray park en dat was het wel zo'n beetje. Boodschappen hebben we ook nog gedaan, we weten nu dat linzen lentils heten. Nog even op de kaart gekeken om de route voor vandaag vast te stellen en alvast een camping uitgezocht. En daar zitten we nu. Op iRVins Park & Campground in Valemount.


Onderweg zijn we gestopt in Blue River omdat wij een kortingsbon hadden gekregen van de camping beheerder in Clearwater voor een River Safari. En omdat het ons wel een mooie trip leek.
Een korting van wel 10 dollar. Dus in plaats van 130 hoefden we maar 120 dollar te betalen voor een boottrip van één uur. Het was de moeite waard. Twee beren hebben we gespot, eindelijk ook foto's. Alleen niet voor de blog, usb kabeltje vergeten. Komen nog.


Op de grote tweebaans wegen mag je hier 100 km/uur rijden en dat wil ook iedereen. Ook de 30 meter lange vrachtwagen combinaties. Dus toen ik na een tijdje 80 te hebben gereden in mijn spiegel keek, zag ik dat ik vooraan een file reed. Op sommige stukken is het mogelijk om in te halen en dat doen ze dan ook. Luid toeterend gaan ze je voorbij. Ik heb maar niet terug getoeterd. Je hebt een beetje het gevoel dat je een rol speelt in de film Duel, zoek die maar eens op. Ik ben daarna maar wat harder gaan rijden.


Uiteindelijk zijn we hier op de camping aangekomen, echt een camping voor campers, tenten zal je hier niet zo gauw aantreffen. Campers wel, in alle vormen en maten. Kijk maar.

Daar is ons "huisje" eigenlijk meer een "hutje" bij.
De camping is overigens omgeven door besneeuwde bergtoppen, in het noorden, in het oosten, in het zuiden en ook in het westen.
En daar gaan we morgen naar toe. Naar Jasper, via Mount Robson, de hoogste berg van de Canadese Rockies.
Daarover de volgende keer.

21 mei - Rearguard Falls

Zo, eindelijk weer een blog. Tenminste, ik schrijf dit eerst in de tekstverwerker van Open Office, ga dan naar Jasper, zoek een plek met goede en graag gratis WiFi, open de blog, voeg foto's toe en publiceer.

Eerst de inhaalslag. De laatste blog eindigde in Valemount. Daar zijn we inmiddels van vertrokken. Op weg naar Jasper. Wat kwamen we onderweg zoal tegen.
Een waterval. Deze heet Rearguard Falls. Het bijzondere van deze waterval in de machtige,
1400 km lange, Fraser river is dat dit het eindpunt is van de lange reis van de zalmsoort Chinook, de grootste zalm uit de Pacific. Hier wordt gepaard en kuit geschoten. Deze zalmen hebben dan
1200 km stroomopwaarts gezwoegd om hier voor nageslacht te zorgen. Best een prestatie.


Onze volgende stop was bij Mount Robson, de hoogste top van de Canadese Rockies. We zijn er niet boven op geweest. Van de 300 pogingen om de top te bereiken zijn er slechts een stuk of 5 gelukt, Moeilijkheids graad 10 zou ik zo zeggen. Wij hadden geluk dat het helder was, de top was wel zichtbaar en dat schijnt niet zo vaak voor te komen. Het weer zit trouwens tot nu toe steeds mee, overdag meestal rond de 20 graden, de nacht temperatuur varieert tussen 3 en 10. En, misschien wel het belangrijkste, het is overwegend droog.


Nadat we Mount Robson hadden verlaten naderden we de grens tussen British Columbia en Alberta. De grens ligt op de Yellowhead Pass. Het eerste dat opvalt als je Alberta binnen rijdt is dat de Alberta auto's geen nummerbord aan de voorkant hebben, dat hoeft hier niet. Sommigen hebben dan maar een fantasietje aangebracht, de meesten laten de plek voor het bord gewoon leeg.


Vervolgens kom je bij een tolpoort. Daar moet je een kaart kopen om in de parken te mogen rijden. En aangezien Jasper en Banff en de hele Icefield Parkway in parken liggen ontkom je er niet aan. Een dagkaart is niet handig, dus wordt het een jaarkaart, geldig tot mei 2014 maar wel goedkoper dan 10 dagkaarten.Aangekomen in Jasper hebben we wat boodschappen gedaan, een mens moet af en toe eten nietwaar. Eén ding moet ik aspirant koks afraden, McCain frites in een pan bakken, dat wordt een zooitje, overigens nog wel eetbaar. Een kipschnitzel erbij en wat sla met een eitje en de maaltijd is weer compleet. Wij hebben deze maaltijd genuttigd op een camping genaamd Whistlers. Bij aankomst en inschrijven word je overladen met aanwijzingen wat te doen als je een eland, beer, coyotte of ander groot dier tegenkomt. Die kunnen hier op de camping namelijk gewoon rondlopen. Het schijnt dat luid praten, zingen of fluiten de dieren afschrikt, het belangrijkste is echter ze niet in de weg lopen. Wij hebben hier op de camping tot nu toe alleen nog een paar eekhoorns en chipmunks gezien, de eekhoorns eten bijna uit je hand als je ze zou voeren en dat mag niet. Je mag sowieso geen eten en etensresten buiten de camper bewaren, de geur zou de grote dieren kunnen aantrekken.

22 mei Jasper Tramway

Na een rustige nacht zijn we vanmorgen, het is de 22ste mei, opgestaan, een ontbijtje genuttigd, een kopje koffie gedronken, het afvalwater uit de camper gedumpt (dat moet af en toe, anders lopen de tanks over), en naar het beginpunt van de Jasper Tramway gereden. Dat is een kabelbaan die je bijna naar de top van The High Alpine brengt. Die top ligt op 2469 meter, het kabelbaan station op 2263 meter. Je hebt vanaf dat punt een prachtig uitzicht op Jasper en de Rockies als het weer meezit en het zat weer mee. In het restaurant dat daar is gevestigd hebben we een heerlijke Beefburger gegeten, daar is de Mac niks bij. De smaak is beter en de omvang groter en het broodje niet zo klef.


Na de tocht naar beneden zijn we Jasper weer gaan bezoeken. Bij de tourist information zagen we een folder van een geowandeling rond het stadje. Hè hè, eindelijk komt het woord geo in de blog voor. Tot nu toe hebben we er hier zo'n 25 caches gedaan. Voor de mensen die denken “waar heeft ie het over” kijk eens op www.geocaching.nl, dan snap je snel waar dit over gaat. Aan de hand van de gegevens die we bij de VVV (zullen we maar zeggen) kregen, hebben we een stuk van de Jasper Discovery Trail gelopen. In de caches, 5 in totaal, zaten de antwoorden op vragen, en bij het juist beantwoorden van tenminste 3 vragen kreeg je als beloning een Canada Parcs Coin. En die hebben we nu. We zijn geslaagd.
Na de wandeling weer wat boodschappen gedaan, bier en wijn gehaald (de Canadese wijn is best goed). Het diner vanavond was nasi met kalkoen, weer lekker gegeten.
Het leven in de camper valt niet tegen. Als je eenmaal gewend bent aan de ruimte, die best beperkt is, je weet waar alles een plekje heeft gekregen, dan is het goed toeven. Zelfs het slapen in de kruipruimte boven de cabine gaat prima. En dat gaan we nu maar weer doen.
O ja, we zijn weer een tijdzone verschoven, het verschil met Nederland is nu nog 8 uur in de min. Hier is het nu 22 mei 22.50 terwijl het bij jullie al 23 mei 6.50 is. Wij gaan slapen en jullie staan alweer op.
Tot de volgende blog.

24 mei Jasper National Parc & Banff National Parc

We staan weer op een camping met wifi, dus geen gesjouw meer door een stadje naar de vvv om een verbinding te krijgen. Of naar een wasserette met koffiebar en internetcafé, de plek waar de vorige blog werd gepubliceerd. Dat was nog in Jasper.
Nadat de was was gedaan en de blog was geopenbaard zijn we gaan lunchen in de camper op een parkeerplaats. Na de lunch zijn we aan de hand van een zogenaamde multicache historisch Jasper gaan verkennen. Het is altijd leuk om iets te weten van het plaatsje waar je verblijft met, nu nog honderden, in het hoogseizoen duizenden, toeristen. Jasper is een knooppunt(je) van de Canadese spoorwegen, en dat kan je zien aan de prachtige stoomloc.
Na die niet al te lange wandeling, Jasper is niet zo groot, zijn we weer in de camper gestapt en naar een rivier gereden, de Athabasca river, later komen we die naam nog een keer tegen, maar dan als waterval.

Tijd om weer terug te gaan naar de camping, waar we nog één nacht blijven om de volgende dag de mooiste weg van Canada te gaan rijden, de Icefield Parkway, een weg door twee van Canada's bekendste parken, Jasper National Parc en Banff National Parc, een weg met spectaculaire uitzichten, of, zoals iemand mij de weg eens omschreef, de weg waar de ansichtkaart is uitgevonden. Je kan je dus voorstellen dat onze verwachtingen hoog gespannen waren.


Wij vertrokken de volgende ochtend uit Jasper, het regende een beetje en de lucht was geheel betrokken. Dat was een voorbode. Van alle prachtige vergezichten, besneeuwde bergen en al het andere moois hebben we eigenlijk niks gezien. Hoe verder we op weg waren, hoe slechter het weer werd. Uiteindelijk reden we in een forse sneeuwbui, alsof we op wintersport gingen.

Onderweg kom je bij een prachtige gletscher, de Columbia Icefields. Een gletscher, die op sommige plaatsen zo dik is als de Eiffeltoren hoog. Er zijn speciale voertuigen gefabriceerd waarmee je een eind de gletscher op kan. Wij hebben de gletscher niet gezien, mensen die toch met die speciale bus de gletscher op zijn gegaan, ook niet. Wij hebben ons de 50 dollar pp maar bespaard en in het restaurant aldaar ons maar weer te buiten gegaan aan een burger, iets minder dan die in Jasper, maar toch altijd nog beter dan de Mc versie.

 


Ondanks deze malheur hebben we toch wel een beetje genoten van de rit, als het maar even kon en er iets te zien was, zijn we gestopt om toch nog wat foto's te maken.

 


Uiteindelijk kwamen wij aan in Lake Louise, maar niet nadat ik eerst een verkeerde kant opging, in plaats van oost ging ik naar west en dat was fout. De fout werd een beetje goedgemaakt door het feit dat wij op een spoorlijn een beer ontwaarden. En, gezien het formaat van de beer moet het wel een grizzly zijn geweest. Een eind verder op de weg, een highway, onmogelijk om te stoppen dus, kon ik keren en op de terugweg zat de beer er nog steeds. Maar weer op de highway dus no stop, geen foto. Alleen herinnering.

 


Toen kwamen we toch in Lake Louise. Daar hebben we een camping gezocht en gevonden en dit was nou zo'n camping waar je jezelf moet inschrijven. Dat gaat als volgt. Eerst neem je bij de ingang een envelop met inschrijvingsformulier mee,dan rij je over de camping en zoekt een vrije plaats, die herken je aan het ontbreken van een wit papiertje aan de electriciteits aansluiting. Dat witte papiertje heb je zelf dan ook, dat scheur je van je inschrijving af. Heb je een leuke plaats gevonden, hang je je eigen witte papiertje aan de paal, je noteert het nummer van de plaats, gaat terug naar de ingang en vult het formulier in. Bij de ingang hangt het tarief. Je doet het geld in de envelop en doet die vervolgens in de daarvoor bestemde gleuf. Wij dachten dat doen we morgen wel, we betalen wel als we weggaan. Mis, de volgende ochtend zat er onder de ruitenwisser een briefje dat we in overtreding waren. En dat het wel tot een boete zou kunnen leiden dus snel betalen of....... Het is met een sisser afgelopen, iedereen tevreden.

 


Na de nacht in Lake Louise ook nog een bezoek gebracht aan Lake Louise. Hè, daar waren jullie toch al? Ja, dat is zo, maar het één is de plaats en het ander is het meer.
De foto is gemaakt door een aardige Japanner, die zijn ook overal. Met bussen tegelijk worden ze aangevoerd.

 


Vanuit Lake Louise zijn we naar Banff gereden. We hebben dat gedaan via de 1A, dat is de scenic versie van de highway 1 en daar kwamen we dit tegen.

 


Ok, geen beer maar toch wild.
Over Banff en Canmore, waar we nu zitten morgen meer.


 

27 mei Banff, Canmore en Radium Hotsprings

Na Lake Louise is Banff een soort verademing. Het is een leuk, levendig stadje, vooral gericht op wintersport, logisch met al die bergen er omheen. Maar in het voorjaar en in de zomer valt er best ook veel te beleven. Wat, dat zullen we niet weten want wij zijn er maar even gebleven, wat gewinkeld, een beetje rondgelopen, een sloot koffie (Aat) en een warme chocomel (Anita) gedronken.
In één van de vele souvenirshops nog wat dingetjes aangeschaft en toen op zoek naar een camping. Bij de tourist info wist men ons te vertellen dat er in Banff geen camping met wifi is maar in Canmore, een plaats 17 km verder, wel en daar staan we dus nu en geen seconde spijt gehad. We staan hier prachtig aan een beekje, de Policemans creek, hebben alles, water, electra, afvoer en wifi (gratis). Hoewel, gratis, de camping op zich is niet de goedkoopste, dus de wifi is bij de prijs inbegrepen zullen we maar zeggen.



Nadat we ons geïnstalleerd hadden en ik wat over de camping zwierf, raakte ik in gesprek met een aardige, wat oudere (76 bleek later) Canadees. Eerst natuurlijk over waar wij vandaan kwamen en toen volgde, bijna onvermijdelijk, een klein gesprekje over economie enzo. Na elkaar een prettige avond te hebben gewenst gingen we weer ieder ons weegs. Na het eten kwam de man, hij heet Jack, langs en nodigde ons uit voor een biertje. Het werd een gezellige avond rond een kampvuur.

 


Het bleek dat er een groep was van ouders en grootouders van jongens van 11 en 12 jaar oud die hier waren voor een hockey toernooi. En als ze het hier over hockey hebben gaat het over de op het ijs versie, ijshockey dus. Een leuke avond en en passant werden we ook nog even uitgenodigd om onze laatste paar nachten bij Jack en zijn vrouw Odette thuis door te brengen. We hebben de uitnodiging aangenomen.

 


De volgende dag zijn we meegegaan naar de wedstrijd van de jongens, ze verloren helaas met 5-2. Alleen zo'n wedstrijd duurt 3 maal 20 minuten zuivere speeltijd wat in dit geval op 2 uur uitkwam. Met de trip naar de ijshal meegeteld waren we bijna 3 uur kwijt. Het gooide onze plannen om de omgeving te gaan verkennen danig in de war. We hebben toen maar besloten een nachtje langer op deze camping te blijven en dat wat we gisteren wilden doen vandaag maar gedaan hebben.

 


Vandaag hebben we een tripje van zo'n 300 km gemaakt naar Radium Hotsprings, een dorpje ver in de bergen in het Kootenay National Parc. De weg er naar toe is het vervolg van de Icefield Parkway, je weet wel, die prachtige weg waar niet zoveel van hebben kunnen zien. Onze hoop was dat we onderweg ook nog wat wild zouden kunnen spotten en die hoop was niet ijdel.
In totaal telden we vandaag 6 herten, 5 beren, 1 eagle op het nest en 1 rendier, voorwaar geen slecht resultaat. Morgen gaan we hier in de omgeving nog wat geocaches doen en dan op naar de laatste stop, Calgary. Misschien nog één blog, we zien wel. Het zou maar zo kunnen zijn dat die in Huizen geschreven wordt. Voor nu, tot de volgende blog.

 

31 mei - Calgary

Regen,regen en nog eens regen. De laatste volle dag in Canada is als de eerste, nat dus.


We staan nu op een shabby camping vlakbij de plaats waar we de camper weer in moeten leveren. Daarover later meer, eerst maar eens de afgelopen paar dagen samenvatten.
Wij verlieten Canmore en zijn weer via een scenic road richting Calgary gereden. We hebben geen wilde dieren meer gespot, alleen reguliere paarden en koeien in de wei.
Naarmate wij dichter bij Calgary kwamen werd de lucht dreigender. Maar het was nog droog.


Zoals in het vorige blog al was aangegeven waren we uitgenodigd door een Canadees echtpaar om de laatste paar dagen bij hun thuis te komen doorbrengen. Anita had een routebeschrijving via Google uitgegschreven naar hun huis, wat kon er mis gaan. Dat zal ik je vertellen. Wij hadden bedacht dat we, vanaf de 1A op de Highway 1 zouden komen. En dat was ook zo. Vanuit Cochrane, een plaatsje aan de 1A de 22 op in zuidelijke richting en dan kom je vanzelf op de Highway 1. En dat klopte, dus wij de HW1 op, richting Calgary op weg naar afslag 161A. Na vele kilometers begon er iets te knagen. We kwamen een paar afslagen tegen, maar allemaal hoger dan 161 en het liep op. Bij het Olympisch skicentrum zijn we de HW1 maar afgegaan, gestopt en de routebeschrijving nog maar eens goed doorgenomen. En toen bleek dat de 22 van Cochrane naar de HW1 de weg was die we moesten volgen om bij ons logeeradres te komen. Met andere woorden, de oprit die wij hadden van de 22 op HW1 was tevens afslag 161A, we hadden dus gewoon op de 22 moeten blijven. Wij weer terug op de HW1 naar afslag 161A, de 22 weer op, in zuidelijke richting, de routebeschrijving gevolgd en voilá, het adres. Deze hele zoektocht vond overigens plaats onder de ene stortbui na de andere. De lucht was gitzwart behalve daar waar een bliksemschicht voor tijdelijk verlichting zorgde. Gelukkig begon het weer op te klaren toen we bij ons logeeradres waren, hoewel logeeradres, we begrepen dat het de bedoeling was dat wij bij de mensen voor de deur gewoon in de camper zouden slapen, een straatcamping dus. Geen probleem, wij hebben steeds goed geslapen in de camper dus waarom niet. De verdere verzorging was overigens prima, we mochten gebruik maken van de douche, voor ontbijt werd gezorgd, het diner was geregeld dus ons hoor je niet klagen. De volgende dag, woensdag, heeft het echtpaar, Jack en Odette, beiden 76 jaar jong, ons de stad laten zien, 's morgens in de regen, 's middags in de zon. En dan blijkt Calgary best een grote stad te zijn met meer dan 1 miljoen inwoners en snel groeiend. De rondrit eindigde bij het Olympisch skicentrum. Alleen nu hebben we het beter kunnen bekijken. De springschans en de bobsleebaan. Leuk om dat eens van dichtbij te zien.


's Avonds weer een diner gekregen, nog even wat zitten praten en een stukje Canadese TV gezien, het programma heet Househunting International en, toeval of niet, de aflevering ging over twee huiszoekers in......Gouda. Best grappig om te zien hoe buitenlanders tegen de Nederlandse huizenmarkt aankijken.


Toen wij naar bed gingen was het nog droog, maar dat veranderde gedurende de nacht. Toen wij opstonden regende het en dat doet het nu, in de middag, nog steeds.


We hebben vanmorgen, donderdag, hartelijk afscheid genomen van Jack en Odette en naar een camping gereden vlakbij de inleverplaats van de camper. En dat is de shabby camping waarmee ik begon. Het is een vlak veld met slecht onderhouden wegen en staanplaatsen, dus je kan je wel een beetje voostellen hoe modderig het hier inmiddels is. Gelukkig is het wel een “full hookup” d.w.z. je hebt een electra, een water en een afvoer aansluiting.


Dus nu nog pakken, schoonmaken (alleen de binnenkant), de afval tanks legen, de benzine tank is al gevuld en terugvliegen.


We hebben gehoord dat het weekend weer in Nederland redelijk zal zijn dus, wat ons betreft, we gaan het mooie weer tegemoet.


Heel kort samengevat was dit een prachtige reis met vele ups maar toch ook een paar downs, voornamelijk veroorzaakt door het weer en daar doe je niks aan.
Alle volgers hartelijk dank voor de belangstelling en zij de gereageerd hebben hartelijk dank daarvoor.
Een hartelijke groet en misschien tot een volgende keer (blog)


Anita en Aat 
P.s.

Deze komt nog uit Canada, geen foto,s, net de camper ingeleverd. Gaan zo naar het vliegveld

Camperreis op maat

Wil jij zelf zo'n reis maken? Laat dan een camperreis op maat samenstellen zodat deze precies bij je wensen aansluit!

Ja, stuur mij een gratis offerte!

Campervakanties

Wil jij ook zo'n camperreis maken in dit gebied? Bekijk dan hier onze camperreizen.

Bekijk de campervakanties