Over de route

Deze route is samengesteld voor reizigers die het Zuidereiland in drie weken willen verkennen, zonder haast maar met volop afwisseling. De afstanden zijn goed te doen met een camper en onderweg is genoeg tijd om te stoppen, wandelen of gewoon van het uitzicht te genieten.

 

De reis combineert bekende hoogtepunten met plekken die vaak worden overgeslagen. Je rijdt door wijngebieden, kustdorpen en bergpassen, bezoekt nationale parken als Abel Tasman, Fiordland en Mount Cook, en volgt de westkust waar regenwoud en zee elkaar ontmoeten.

 

De campings liggen op logische plekken, vaak in of vlak bij natuurparken, zodat je niet alleen reist, maar ook echt buiten leeft.

 

Of je nu kiest voor een ontspannen rit langs de kust, een wandeling op een gletsjer of een boottocht tussen de fjorden, deze reis laat je in korte tijd zien waarom het Zuidereiland voor velen het mooiste deel van Nieuw-Zeeland is. Gebruik dit schema als leidraad, pas het aan waar nodig, en ontdek Nieuw-Zeeland op je eigen manier, in alle vrijheid die bij een camperreis hoort.

Vliegreis en Christchurch

Na een lange vlucht land je op dag twee laat in de avond in Christchurch. De stad slaapt al, en het is nog maar een korte rit naar je hotel. Even douchen, een glas water, en dan het bed in, morgen begint je avontuur echt.

 

Op dag drie ontdek je Christchurch, de grootste stad van het Zuidereiland en voor veel reizigers de poort naar de natuur. Sinds de aardbevingen van 2010 en 2011 is de stad volop vernieuwd. Tussen historische gevels staan moderne gebouwen met veel glas, en overal duikt kleurrijke streetart op.

 

Een goede eerste indruk krijg je in het compacte centrum: wandel over Cashel Street met zijn winkels en cafés, bekijk de vernieuwde kathedraal op Cathedral Square, en loop verder naar de Riverside Market, een overdekte markthal met kleine eetkraampjes en lokale producten. Langs de rivier de Avon kun je rustig door de Botanic Gardens wandelen, een van de oudste parken van het land.

 

Wie iets wil zien van de geschiedenis bezoekt het Canterbury Museum, met tentoonstellingen over de Maori, de eerste kolonisten en de expedities naar Antarctica die vanaf hier vertrokken. Voor een ander perspectief kun je de tram nemen die in een lus door de stad rijdt, of de Gondola naar de rand van de oude vulkaankrater, met uitzicht over de stad en de kustvlakte.

 

’s Avonds is er genoeg keuze om uit eten te gaan, van moderne bistro’s tot informele plekken rond Victoria Street. Christchurch voelt gemoedelijk en vriendelijk, een stad waar je makkelijk je draai vindt. Morgen haal je de camper op en trek je de natuur in.

Kaikoura

Na het ontbijt is het tijd om de camper op te halen. De meeste verhuurders liggen net buiten het centrum, dus met een korte rit of transfer ben je er zo. Na de uitleg over de werking van het voertuig, van stroomaansluiting tot watertank, doe je eerst boodschappen bij een supermarkt in de buurt. Handig om alvast wat basisvoorraad in te slaan: water, koffie, ontbijtspullen en iets makkelijks voor vanavond.

 

Zodra alles is ingeladen, verlaat je Christchurch en rijd je via de State Highway 1 richting Kaikoura. De route volgt de oostkust en voert door open landbouwgebied en kleine dorpen, met in de verte de bergen van de Kaikoura Range. Onderweg kun je even stoppen bij Amberley Beach of een van de wijngaarden in de Waipara Valley, een regio die bekendstaat om zijn sauvignon blanc en pinot noir.

 

In de middag bereik je Kaikoura, een kleine kustplaats tussen bergen en zee. Het water voor de kust is diep, waardoor hier het hele jaar door walvissen, dolfijnen en zeehonden voorkomen. Als je nog tijd hebt, rijd dan even naar de Point Kean Seal Colony, waar vaak zeehonden liggen te zonnen op de rotsen langs de wandelpaden.

 

Je overnacht bijvoorbeeld op Kaikoura TOP 10 Holiday Park, een ruime camping op loopafstand van het centrum, met goede faciliteiten en uitzicht op de bergen.

 

Aan het einde van de dag kun je een wandeling maken langs de kust of iets eten bij een lokaal visrestaurant, waar de vangst van de dag rechtstreeks uit de haven komt.

Afstand: 185 km

Kaikoura

Je wordt wakker met het geluid van meeuwen om je heen. Kaikoura ligt op een smalle strook land tussen bergen en oceaan, en dat contrast maakt het een bijzondere plek. De dag begint hier meestal buiten, met een wandeling, een boottocht of gewoon koffie met uitzicht op zee.

 

Wie de zee op wil, kan een walvissafari boeken. De kans is groot dat je de machtige potvissen ziet die hier jaarrond leven, maar ook dolfijnen en albatrossen laten zich vaak zien. Liever met beide benen op de grond? Dan is de Kaikoura Peninsula Walkway een aanrader. Deze goed gemarkeerde route voert langs steile kliffen, groene weiden en uitkijkpunten over de oceaan. Onderweg zie je vaak zeehonden die lui op de rotsen liggen te slapen.

 

Rond lunchtijd kun je terecht bij een van de kleine eetstalletjes bij het strand, waar verse kreeft (“crayfish”) op de grill ligt, een lokale specialiteit. Daarna is het fijn om gewoon wat rond te slenteren door het dorp of een duik te nemen bij South Bay, waar het water vaak iets rustiger is.

 

Aan het eind van de middag trekt de lucht vaak open en kleuren de bergen roze in het late zonlicht. Een mooi moment om terug te lopen naar de camping of een drankje te nemen bij een van de kleine bars aan de kust. Morgen gaat de reis verder naar het noorden, richting Marlborough en de wijngaarden van Blenheim.

Blenheim

Na het ontbijt rijd je verder naar het noorden, langs een van de mooiste kustwegen van het Zuidereiland. De State Highway 1 slingert hier tussen zee en bergen; links de rotsige kustlijn waar golven tegen de stenen slaan, rechts de groene hellingen van de Seaward Kaikoura Range. Het is een korte rit vandaag, dus neem de tijd om onderweg te stoppen.

 

Een leuke eerste pauze is bij Ohau Point, waar vaak zeehonden liggen te rusten op de rotsen direct langs de weg. Iets verderop kun je bij The Store in Kekerengu koffie drinken met uitzicht op zee, een populaire stop onder locals.

 

Na ongeveer tweeënhalf uur rijden bereik je de Marlborough-regio, het zonnigste gebied van Nieuw-Zeeland en beroemd om zijn wijn. De vallei rond Blenheim en Renwick staat vol met wijngaarden waar je kunt proeven en lunchen. Veel wijnhuizen, zoals Allan Scott, Cloudy Bay of Saint Clair, hebben sfeervolle terrassen en lichte maaltijden.

 

Je overnacht op Blenheim TOP 10 Holiday Park of het rustigere Rarangi Campsite, net buiten de stad, waar je met de camper vlak bij zee kunt staan.

 

Wie in de middag nog iets wil ondernemen, kan het Omaka Aviation Heritage Centre bezoeken, een verrassend museum met historische vliegtuigen en realistische scènes uit de Eerste Wereldoorlog, mede ontworpen door Peter Jackson.

 

’s Avonds is Blenheim rustig. De lucht is vaak helder, de temperatuur aangenaam. Een goed moment om buiten te zitten met een glas wijn uit de regio en alvast vooruit te kijken naar morgen, wanneer je verder reist naar het Abel Tasman National Park.

Afstand: 150 km

Abel Tasman National park

De rit van Blenheim naar het Abel Tasman National Park voert door een afwisselend landschap van wijnvelden, heuvels en kustlijnen. Via Nelson rijd je richting Motueka en Kaiteriteri, de poort tot het nationale park. Onderweg kun je even stoppen in het kunstenaarsdorp Nelson, met leuke lokale galeries en kleine markten, of in Mapua Wharf, een gezellig plekje aan het water met cafés en ambachtelijke winkels.

 

Het is niet al te ver vandaag, ongeveer 3,5 uur rijden met stops, dus je hebt tijd om rustig aan te doen. Tegen de middag bereik je Motueka of Kaiteriteri, waar meerdere campings aan zee liggen. Een fijne optie is de Kaiteriteri Recreation Reserve Campground, direct aan het strand met ruime plekken, schaduwrijke bomen en alles op loopafstand van de haven.

 

De volgende dag staat in het teken van het nationale park zelf. Het Abel Tasman National Park is het kleinste van Nieuw-Zeeland, maar ook een van de meest geliefde. Goudgele stranden, turquoise water en groene heuvels vormen een bijna tropisch decor. De populairste manier om het park te verkennen is met een watertaxi of kajaktocht langs de kust. Je kunt een deel van de beroemde Abel Tasman Coast Track lopen, bijvoorbeeld van Anchorage naar Torrent Bay of Bark Bay, en onderweg af en toe zwemmen of picknicken op het strand.

 

Wie liever op het water blijft, kan een halve dag kajakken of een korte cruise maken waarbij zeehonden en soms zelfs dolfijnen te zien zijn.

 

’s Avonds keer je terug naar de camping, waar het licht langzaam over de baai valt en de lucht oranje kleurt. Een heerlijke afsluiting van twee dagen aan de kust, voordat je morgen de route vervolgt naar de ruige westkust.

Afstand: 180 km

Paparoa National Park

Je laat de zonovergoten baai van Abel Tasman achter je en rijdt richting de westkust, waar het landschap rauwer en groener wordt. De route voert via Motueka en Murchison naar Westport en vervolgens zuidwaarts langs de kust. Het is een lange maar afwisselende rit van zo’n 5 à 6 uur, dus het loont om vroeg te vertrekken en onderweg te pauzeren.

 

Een mooie stop is bij Buller Gorge, waar je over de 110 meter lange swingbridge kunt lopen, de langste hangbrug van Nieuw-Zeeland. Je kijkt er uit over de rivier die zich diep door het bos heeft gesneden. Verderop richting Westport kun je bij Cape Foulwind een korte wandeling maken naar de vuurtoren en een kolonie pelsrobben bekijken.

 

Na Westport verandert het landschap opnieuw. De kustweg naar Punakaiki behoort tot de mooiste van het land: dichte bossen, steile kliffen en uitzichten over de Tasmanzee wisselen elkaar af.

 

Punakaiki ligt midden in het Paparoa National Park, bekend om de Pancake Rocks en blowholes. Deze bijzondere kalksteenformaties lijken op stapels pannenkoeken en worden bij hoogtij overspoeld door golven die door spleten spuiten. De korte wandelroute is eenvoudig en goed begaanbaar.

 

Je overnacht op de Punakaiki Beach Camp, een kleine camping aan zee, waar je ’s avonds het geluid van de branding hoort. De zonsondergang hier is vaak spectaculair, het licht over de zee en de kliffen verandert met de minuut.

 

Morgen reis je verder landinwaarts, de bergen in, richting Arthur’s Pass.

Afstand: 280 km

Franz Josef Glacier

De route van vandaag voert je verder zuidwaarts langs de ruige westkust. Na een rustig ontbijt aan zee rijd je via Greymouth richting Franz Josef. De weg slingert door regenwoud, langs rivieren en kleine plaatsjes waar de tijd lijkt stil te staan. Een leuke stop onderweg is Hokitika, bekend om zijn jade (“pounamu”) en lokale kunstenaars. Wandel even naar het strand, herkenbaar aan het houten Hokitika-bord, of bezoek een jadewerkplaats.

 

Wie van korte wandelingen houdt, kan ook stoppen bij de Hokitika Gorge, op ongeveer een half uur rijden landinwaarts. Hier loopt een hangbrug over turquoise water dat bijna onnatuurlijk van kleur lijkt. Daarna vervolg je de rit via Ross en Harihari naar Franz Josef, waar de bergen weer dichterbij komen en de lucht vochtig en fris ruikt.

 

Je overnacht op de Rainforest Retreat Holiday Park, een goed beoordeelde camping met ruime plekken, warme douches en een sfeervolle ligging tussen het groen.

 

Dag 11 – Verkenning van Franz Josef en Fox Glacier

 

Vandaag heb je alle tijd om het gletsjergebied te verkennen. Begin met de Franz Josef Valley Walk, een route van ongeveer 1,5 uur retour die je tot aan het uitzichtpunt brengt. Vanaf hier zie je de ijsmassa liggen, ingeklemd tussen donkere rotswanden. Wie het nog dichterbij wil meemaken, kan een heli-hike boeken: je vliegt over het ijs en wandelt met stijgijzers over het blauwe oppervlak.

 

In de middag kun je ontspannen in de Waiho Hot Tubs, natuurlijke hottubs midden in het bos, of een bezoek brengen aan Fox Glacier, 25 kilometer verderop. Daar ligt ook het fotogenieke Lake Matheson, beroemd om zijn spiegeling van Mount Cook bij windstil weer, het best te zien vroeg in de ochtend of tegen zonsondergang.

 

De omgeving voelt afgelegen en ongerept, met constant het geluid van stromend water en vogels in de bomen. Je slaapt opnieuw in het groen van de Rainforest Retreat.

Afstand: 220 km

Wanaka

De weg van Franz Josef naar Wanaka behoort tot de mooiste ritten van het Zuidereiland. Zodra je het regenwoud achter je laat, verandert het landschap langzaam: het wordt droger, opener, met rivieren die door brede valleien stromen.

 

Je rijdt via Fox Glacier naar Haast Pass, een route vol uitzichtpunten en korte wandelingen. Stop zeker bij de Thunder Creek Falls of de Fantail Falls – twee plekken waar het water in een smalle straal van de rotsen valt en de lucht vochtig en koel aanvoelt. Vlak voor Haast kun je ook een korte omweg maken naar de Knights Point Lookout, met uitzicht over de ruige kustlijn en de Tasmanzee.

 

Na de pas ontvouwt zich een ander Nieuw-Zeeland: het regenwoud maakt plaats voor bergmeren en droge hellingen. Lake Hawea en Lake Wanaka liggen als spiegels tussen de bergen; onderweg zijn meerdere plekken waar je even kunt stoppen om foto’s te maken of te picknicken.

 

In de middag arriveer je in Wanaka, een ontspannen plaatsje aan het meer met een charmant centrum vol cafés, winkels en uitzicht op de omliggende pieken. Maak een wandeling langs het water of bekijk de zonsondergang bij de beroemde boom van Wanaka, half verzonken in het meer.

 

Je overnacht op de Wanaka TOP 10 Holiday Park, iets buiten het centrum maar mooi gelegen en uitstekend onderhouden. Het is een fijne plek om de was te doen, wat te koken in de gemeenschappelijke keuken of gewoon even niets te hoeven.

Afstand: 285 km

Queenstown

Na het ontbijt rijd je zuidwaarts richting Queenstown. De route over de Crown Range Road is kort maar spectaculair, een kronkelende bergweg die steeds verder omhoog klimt en uitzicht biedt over de hele vallei van Wanaka. Onderweg kun je stoppen bij het uitzichtpunt boven Cardrona, waar het landschap zich uitstrekt in tinten geel en bruin.

 

Een leuke tussenstop is de Cardrona Hotel, een van de oudste hotels van Nieuw-Zeeland. De houten gevel met veranda is beroemd, en binnen hangt de sfeer van vroegere tijden. Het is een goede plek voor koffie of lunch op het terras voordat je verder rijdt naar Queenstown.

 

Zodra je over de pas komt, zie je de eerste glimp van Lake Wakatipu, diepblauw en omringd door bergen. Queenstown zelf ligt aan de oever van het meer, met een levendige mix van restaurants, terrassen en winkels. Ondanks de bekendheid heeft de stad nog steeds iets kleinschaligs, alles ligt op loopafstand.

 

In de middag kun je kiezen wat bij je past: een boottocht op het meer met de historische TSS Earnslaw, een rit met de Skyline Gondola naar Bob’s Peak voor uitzicht over de Remarkables, of gewoon even neerstrijken aan het water met een koffie of glas wijn.

 

Je overnacht op de Queenstown TOP 10 Holiday Park – Creeksyde, op loopafstand van het centrum maar rustig gelegen tussen de bomen. ’s Avonds is het gezellig druk in de stad; probeer eens een burger bij het bekende Fergburger of een pizza aan het meer.

Afstand: 75 km

Te Anau

Vandaag verlaat je het levendige Queenstown en rijd je richting het diepe zuiden van het Zuidereiland. De weg naar Te Anau slingert langs het meer en door valleien vol graslanden en bergen aan de horizon.

 

Een leuke eerste stop ligt net buiten de stad bij Kingston, aan de zuidpunt van Lake Wakatipu. Hier kun je even de benen strekken bij het oude spoorlijntje van de Kingston Flyer of koffie drinken in het kleine café bij het station. Daarna rijd je verder door open landschap richting Mossburn, een rustig dorpje dat bekendstaat als “de hoofdstad van het hertenland”, letterlijk, want onderweg passeer je meerdere hertenfarms.

 

Tegen de middag kom je aan in Te Anau, de toegangspoort tot het Fiordland National Park. Het plaatsje ligt aan het gelijknamige meer, met op de achtergrond de grillige toppen van de Murchison Mountains. De sfeer is gemoedelijk en kleinschalig; alles draait hier om de natuur.

 

In de middag kun je alvast een voorproefje nemen op morgen: wandel een stukje van de Kepler Track, een van Nieuw-Zeelands Great Walks, die direct vanuit het dorp begint. Of bezoek het Fiordland Cinema, waar dagelijks de korte film Ata Whenua – Shadowland draait, met schitterende luchtbeelden van het nationale park.

 

In de avond kun je een excursie maken naar de Te Anau Glowworm Caves, bereikbaar per boot vanaf de pier in het dorp. Na een korte overtocht over het meer wandel je met een gids door smalle kalksteengrotten waar het water ondergronds stroomt. Uiteindelijk stap je in een kleine roeiboot en zweef je in stilte onder duizenden gloeiwormpjes, alsof je naar een sterrenhemel kijkt, diep onder de grond. De tocht duurt in totaal ongeveer twee uur en is prima te combineren met een ontspannen middag in Te Anau.

 

Je overnacht op de Te Anau TOP 10 Holiday Park, centraal gelegen en goed uitgerust met ruime plekken, moderne faciliteiten en uitzicht op de omliggende bergen.

Afstand: 180 km

Milford Sound

Vandaag wacht een van de meest indrukwekkende ritten van Nieuw-Zeeland: de weg van Te Anau naar Milford Sound. De afstand is niet groot (ongeveer 120 kilometer), maar de route door Fiordland National Park is zó spectaculair dat je er gerust de hele dag voor mag nemen.

 

Vertrek vroeg, zodat je genoeg tijd hebt om onderweg te stoppen. De eerste kilometers voeren langs het stille Lake Te Anau, daarna begint de weg langzaam te klimmen. Een mooie eerste pauze is bij Mirror Lakes, waar de bergen zich bij windstil weer perfect spiegelen in het water. Verderop ligt de Knobs Flat Information Shelter, een goede plek voor koffie en een korte wandeling.

 

Hoe dichter je bij Milford komt, hoe dramatischer het landschap wordt. Hoge pieken, watervallen die langs rotswanden stromen en met wat geluk kea’s die nieuwsgierig op je camper neerstrijken. De Homer Tunnel, 1,2 kilometer lang en dwars door de berg, is een ervaring op zich.

 

Aan het eind van de weg wacht Milford Sound, waar steile kliffen oprijzen uit het donkere water. Stap aan boord voor een boottocht door de fjord, dé manier om dit gebied echt te beleven. Tijdens de cruise vaar je langs de Stirling Falls en Mitre Peak, en met een beetje geluk zie je zeehonden op de rotsen of zelfs dolfijnen die meezwemmen.

 

Op de terugweg naar Te Anau kun je, afhankelijk van het weer, nog even stoppen bij de Chasm Walk, waar het water met kracht door smalle rotsgaten kolkt.

 

Terug in Te Anau is het fijn thuiskomen. De meeste reizigers halen wat afhaaleten en kijken vanaf de oever van het meer hoe de laatste zon de bergen oranje kleurt.

 

Je overnacht opnieuw op de Te Anau TOP 10 Holiday Park.

Afstand: 235 km

Catlins

Na de indrukwekkende dagen in Fiordland is het tijd om koers te zetten richting de zuidkust. De rit naar The Catlins is lang maar afwisselend: van bergen naar glooiend landbouwgebied en uiteindelijk naar een kustlijn vol kliffen en afgelegen baaien.

 

Onderweg kun je een pauze nemen in Invercargill, de zuidelijkste stad van het land. Bezoek het Transport World Museum, verrassend leuk, met een grote verzameling klassieke voertuigen en vintage memorabilia, of lunch bij The Batch Café, een geliefde lokale plek.

 

Daarna rijd je verder richting de kust, waar de weg smaller wordt en steeds meer slingert. Zodra je The Catlins inrijdt, voelt het alsof je Nieuw-Zeeland even helemaal voor jezelf hebt. Er zijn hier geen grote dorpen, alleen bos, grasland en zee.

 

Plan voldoende tijd om te stoppen bij een paar hoogtepunten onderweg:

  • Waipapa Point met zijn fotogenieke vuurtoren en vaak zeeleeuwen op het strand.

  • Curio Bay, waar bij eb versteende boomstammen van een miljoenen jaren oud fossiel woud zichtbaar zijn. In de zomermaanden heb je hier kans om pinguïns te zien die aan land komen.

  • McLean Falls, een korte wandeling door dicht bos naar een waterval die trapsgewijs omlaag valt.

 

Aan het einde van de middag kun je, als er nog wat tijd en licht over is, een rit maken naar Nugget Point Lighthouse. De weg ernaartoe loopt langs glooiende heuvels en eindigt bij een korte wandelroute van ongeveer twintig minuten naar de vuurtoren. Vanaf hier kijk je uit over de Nugget Rocks, grillige rotspunten die uit de zee oprijzen als een rij kleine eilandjes. Bij rustig weer zie je er vaak zeeleeuwen zwemmen of vogels langs de kliffen scheren. Rond zonsondergang is het licht er zacht en goudkleurig, een prachtig moment om de dag af te sluiten voordat je terugkeert naar de camping.

 

Voor de overnachting is Catlins Newhaven Holiday Park een fijne keuze. De camping ligt bij Surat Bay, waar je vaak zeeleeuwen op het strand kunt zien. De plekken zijn ruim en het uitzicht over de baai is schitterend bij zonsondergang.

Afstand: 370 km

Dunedin en Otago Peninsula

De rit van The Catlins naar Dunedin voert langs een ruige kustlijn en open landbouwgebied. Het landschap voelt Schots aan, geen toeval, want Dunedin werd ooit gesticht door Schotse immigranten, en dat zie je nog altijd terug in de architectuur en straatnamen.

 

Eenmaal in de stad is het leuk om even door het historische centrum te wandelen. Het Railway Station is een goed beginpunt: een indrukwekkend gebouw met mozaïekvloeren en glas-in-loodramen. Vlakbij ligt het Octagon, het hart van de stad, met cafés en terrassen waar je goed kunt lunchen.

 

Wie van iets bijzonders houdt, kan ook de Speight’s Brewery bezoeken, een van de oudste brouwerijen van Nieuw-Zeeland. De rondleiding is luchtig en eindigt met een proeverij.

 

In de middag is het de moeite waard om door te rijden naar de Otago Peninsula, een van de beste plekken van het land om wildlife te zien. De kronkelende weg volgt de kustlijn met uitzicht over het water. Helemaal aan het einde van het schiereiland ligt de Taiaroa Head Albatross Colony, waar je met wat geluk de grote koningsalbatros kunt zien opstijgen. Verderop, bij Sandfly Bay, heb je kans om zeeleeuwen te spotten die in het zand liggen te slapen.

 

Voor de overnachting naar Portobello Village Tourist Park op het schiereiland. Een rustige plek en ideaal als je morgen nog even naar de kust wil.

Afstand: 160 km

Lake Tekapo

Vandaag verlaat je de kust en rijd je landinwaarts, richting de Zuidelijke Alpen. De route voert door heuvelachtig landbouwgebied en kleine dorpen die de landelijke kant van Nieuw-Zeeland laten zien.

 

Een mooie eerste stop is Moeraki, bekend van de ronde keien op het strand, de Moeraki Boulders. Bij laag water liggen ze half in het zand, alsof iemand ze met opzet heeft neergelegd. Ernaast ligt een klein café waar je terechtkunt voor koffie met uitzicht op zee.

 

Daarna vervolg je de rit via Oamaru, een verrassend leuke stad met historische gebouwen van wit kalksteen. De Victorian Precinct is gevuld met vintagewinkels en ateliers, en als je iets langer wilt blijven kun je aan het eind van de middag de pinguïnkolonie bezoeken waar blauwe pinguïns aan land komen.

 

Vanuit Oamaru gaat de weg omhoog het binnenland in, waar het landschap langzaam verandert in open, droge vlaktes. Naarmate je Lake Tekapo nadert, zie je de turquoise kleur van het water al van verre. Het meer dankt zijn bijzondere tint aan fijngemalen gletsjerzand in het smeltwater.

 

Aan de oever van het meer ligt de Church of the Good Shepherd, een klein stenen kerkje dat uitkijkt over het water en de bergen daarachter, een van de meest gefotografeerde plekken van Nieuw-Zeeland, en terecht.

 

Voor de overnachting rijd je een stukje buiten het dorp naar de Lake McGregor Campsite, beheerd door het Department of Conservation. De plekken liggen tussen lage struiken aan het water, met uitzicht op de omliggende heuvels. De voorzieningen zijn eenvoudig, hier geniet je van de rust en de stilte.

 

Lake McGregor ligt midden in het Aoraki Mackenzie Dark Sky Reserve, een van de beste plekken ter wereld om sterren te kijken. Zodra de zon wegzakt, verschijnen duizenden lichten aan de hemel, helder en scherp alsof je ze bijna kunt aanraken.

Afstand: 320 km

Mount Cook

De rit van vandaag is kort, maar elke kilometer is er een om van te genieten. Vanuit Tekapo rijd je richting het westen, over een rechte weg door een breed dal met de Zuidelijke Alpen aan de horizon.

 

Een mooie stop onderweg is Lake Pukaki. Het uitzicht hier is spectaculair: helderblauw water, besneeuwde toppen op de achtergrond en, bij goed weer, de witte piramide van Aoraki/Mount Cook, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. Aan de zuidkant van het meer ligt een klein informatiecentrum met uitzichtpunt en een winkel waar lokale zalm wordt verkocht, perfect voor de lunch.

 

Vanaf hier volg je de weg die langs het meer omhoog slingert naar het nationale park. De route zelf is al een hoogtepunt, met telkens weer uitzicht op de bergtoppen.

 

In de middag kun je een van de wandelroutes doen in het Mount Cook National Park. De meest populaire is de Hooker Valley Track, een goed begaanbaar pad over drie hangbruggen, met onderweg ijsblokken in de rivier en uitzicht op de gletsjer. Reken op ongeveer drie uur heen en terug.

 

Wie liever iets korters doet, kan kiezen voor de Tasman Glacier View Track, een wandeling van een half uur naar een uitzichtpunt over het meer vol drijvende ijsbrokken.

 

Je overnacht op de White Horse Hill Campground, aan de voet van de bergen. De camping heeft eenvoudige voorzieningen maar een onovertroffen ligging, zodra het donker wordt, zie je een eindeloze sterrenhemel boven het silhouet van Mount Cook. Een perfecte plek om je laatste nacht in de camper door te brengen.

Afstand: 115 km

Christchurch en terugvlucht

Je staat vroeg op om de laatste spullen in te pakken en de camper op te ruimen. Nog één keer koffie met uitzicht op het water, dan is het tijd om de laatste etappe van je reis te beginnen.

 

Na het ontbijt verlaat je de bergen en begint de rit terug richting Christchurch. De eerste kilometers langs Lake Pukaki zijn misschien wel de mooiste van de hele reis, het meer glinstert blauw in het ochtendlicht en achter je zie je Mount Cook steeds kleiner worden.

 

Een fijne eerste stop is Twizel, een klein plaatsje waar je koffie kunt drinken. Daarna rijd je verder door het open landschap van de Mackenzie Country, met zijn eindeloze vlaktes en gele heuvels.

 

Wie nog een laatste stukje natuur wil meepakken, kan bij Lake Tekapo stoppen voor een korte wandeling langs de oever of een lunch met uitzicht bij een van de cafés in het dorp. Vanaf hier volgt de weg richting het noorden via Fairlie en Geraldine, twee dorpen waar je goed kunt pauzeren of wat lokale producten kunt kopen.

 

Tegen de middag bereik je Christchurch. Vul de tank, gooi het afval weg en lever de camper in bij de verhuurder, op slechts een paar minuten rijden van de luchthaven. Daarna check je in bij je hotel voor de laatste nacht van deze reis.

 

Een luchthavenhotel als het Sudima Christchurch Airport Hotel is een fijne keuze: comfortabel, met een goed restaurant en een gratis shuttle naar de luchthaven. Wie nog energie over heeft, kan met een taxi of bus het centrum in voor een diner aan de Avon River of bij Riverside Market, waar de stad bruist van leven.

 

Dag 21 en 22 – Terugvlucht naar Nederland
Na het ontbijt brengt de hotelshuttle je in enkele minuten naar de luchthaven. De vlucht vertrekt veelal rond de middag en komt de volgende ochtend in Nederland aan.
Wanneer het vliegtuig opstijgt, zie je door het raampje nog één keer het vlakke land en de verre bergen, een passend afscheid van het Zuidereiland.

Afstand: 330 km

Camperreis op maat

Wil jij zelf zo'n reis maken? Laat dan een camperreis op maat samenstellen zodat deze precies bij je wensen aansluit!

Ja, stuur mij een gratis offerte!

Campervakanties

Wil jij ook zo'n camperreis maken in dit gebied? Bekijk dan hier onze camperreizen.

Bekijk de campervakanties